ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Orthopedagogie - 3OM - Onderdelen - Ethiek en samenleving (d2)/12
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
Code: 00071
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 12
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 21
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Jonghe Ingrid
De Meulder Bert


 

KORTE OMSCHRIJVING
De werkcolleges worden georganiseerd in de vorm van octaviaanse discussies rond aangebrachte teksten. Het doel is een discussie en de uitwisseling van ideeën over controversiële onderwerpen te bevorderen op een minder confronterende wijze. Dit betekent dat enkele studenten de discussie leiden en de anderen uitgenodigd worden deel te nemen. De discussies gaan over ethisch maatschappelijke thema's gelinkt aan het werkveld. Wekelijks dienen de teksten goed voorbereid te worden. Een tafel met acht stoelen staat in het midden (geeft tevens het maximum aantal deelnemers aan). Uit de kring daarrond komen en gaan de deelnemers. De lector modereert het geheel.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student kan beroepsethische en criminologische denkkaders betrekken in de analyse van de problemen van cliënten en de opvolging ervan, met oog voor de sociologische en juridische context waarbinnen deze zich voordoen.
    • De student kan vanuit filosofische en ethische denkkaders een kritische houding aannemen ten aanzien van  theoretische kaders en wetenschappelijke kennis die in begeleiding/hulpverlening gehanteerd worden.
    • De student kan het effect van culturele, maatschappelijke, Europese en wereldwijde stromen en tendensen weergeven op het eigen denken en handelen.
    • De student kan vanuit ethische denkkaders praktijksituaties analyseren, situeren en er een kritische houding tegenover aannemen
    • De student kan vanuit filosofische en ethische denkkaders een kritische houding aannemen ten aanzien van methoden en technieken die in de concrete begeleiding/hulpverlening van een cliënt en zijn systeem/context gehanteerd worden.
    • De student kan informatieve gegevens verwoorden op een respectvolle manier, rekening houdend met alle partijen.
    • De student kan maatschappelijke en wetenschappelijke vernieuwende inzichten en tendensen herkennen en deze kritisch en ethisch benaderen.
    • De student kan een bijdrage formuleren in het bewaken van ethische aspecten i.v.m. evoluties binnen het team en de organisatie.
    • De student kan gebruik maken van ethische denkkaders bij het analyseren en uitstippelen van het beleid in een organisatie.
    • De student kan in beroepsethische en filosofische kaders aspecten ontdekken die een steun kunnen zijn in het zoekproces en ontwikkelingsproces van zichzelf en zichzelf als gespecialiseerd opvoeder-begeleider.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Ethiek en samenleving (deel 1)


    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN

    Het discussiemateriaal bestaat uit artikels uit (ortho)pedagogische en ethisch- maatschappelijke literatuur waaruit ethische thema’s geplukt worden in de brede context van de werkvelden van bachelors orthopedagogie.

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursusmateriaal (syllabus).
    • Blackboard teleleerplatform Ethiek en samenleving (deel 1).
    • Digitale informatiebronnen.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    21

     lesuren

      26,92

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    57

     klokuren

      73,08

    Verdere toelichting:

    Naast een externe dialoog kunnen de studenten ook een interne dialoog aantonen adhv  een reflectieverslag over elke tekst en discussie. Hier wordt de persoonlijke verwerking van de tekst en van de discussie beoordeeld. Per thema mogen maximum twee A4 pagina's gebruikt worden. De student kan verwijzingen naar bronnen ter staving van verdieping en opzoekingswerk toevoegen.


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Permanente evaluatie/ externe dialoog:                                      /7

    Rol discussieleid(st)er:                                                                  /6

    Reflectieverslagen/ Interne dialoog:                                                                     /7

    Totaal:                                                                                                                        /20

     

     


    tijd voor examinering
    uren
    0

    %
     
     00,00

    Tweede examenperiode

    Enkel de interne dialoog  op /7 punten kan opnieuw gedaan worden d.m.v. herwerking van de verzameling reflectieverslagen.

    De punten op /13 behaald op de onderdelen 'permanente evaluatie/externe dialoog' en 'rol discussieleid(st)er' tijdens de eerste examenperiode worden overgedragen naar de tweede examenperiode.