ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Orthopedagogie - 3OM - Onderdelen - Organisatie en management/11
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
Code: 00068
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 11
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 22
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Portael Veerle
Walravens Lieve


 

KORTE OMSCHRIJVING

Als gespecialiseerd opvoeder-begeleider is het belangrijk om zicht te krijgen op de ruimere context waarin je werkt.  Daarom reiken we je enkele handvatten om naar het functioneren van organisaties te kijken.  Hierbij komen eerder technische aspecten aan bod, zoals de organisatiestructuur, de financiën en de juridische vorm van de organisatie, maar ook de “zachtere” kant, zoals de organisatiecultuur, kwaliteitszorg en VTO-beleid, missie en strategie. Je krijgt oog voor de onderlinge samenhang van al deze facetten en je leert de betekenis van deze aspecten kennen voor jezelf en je cliënten.  Op die manier kan je op een constructief-kritische manier kijken naar en inspraak hebben in het beleid van de organisatie waar je werkt.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Studenten kunnen organisaties in de non-profit sector analyseren naar hun juridische aard, organisatiestructuur, organisatiecultuur en financiële situatie en hebben inzicht in de implicaties hiervan voor de GOB en cliënten.
  • Studenten zijn in staat een projectbegroting op te maken en hierin op een adequate manier gebruik te maken van fundraising.
  • Studenten hebben inzicht in de organisatie van kwaliteitszorg binnen een organisatie en het aandeel van de GOB en cliënten hierin.
  • Studenten zien de noodzaak in van levenslang leren en kunnen op zoek gaan naar de geëigende middelen en wegen om VTO-doelstellingen te bereiken.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

geen


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
  • Studenten hebben inzicht in groepsprocessen en teamwerk
  • Studenten hebben een basiskennis van de organisatie van de welzijnssector

LEERINHOUDEN
  • Inleidende begrippen
  • Organisatiestructuren en v.z.w.-statuten
  • Organisatiecultuur
  • Financies in de nonprofit sector
  • Kwaliteitsmanagement en VTO-beleid
  • Tewerkstelling in de zorgsector

STUDIEMATERIAAL
  • Debandt, W, Portael, V, & Walravens, L. (2009-2010).  Organisatie en management.  Onuitgegeven syllabus Plantijn Hogeschool. 
  • Ondersteunende documenten op blackboard.

 


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

21

 lesuren

  20,19

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

82

 klokuren

  78,85

Verdere toelichting:
  • Hoor- en werkcolleges met onderwijsleergesprek en oefeningen in groep
  • Individuele verwerkingsopdrachten en verwerkingsopdrachten in groep

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Groepsopdracht: 10 punten. Dit levert voor alle groepsleden dezelfde groepscore op. Deze groepscore wordt individueel aangepast op basis van het peer assessment (max. +/- 2 pt.; geen totaalscore hoger dan 10). Afspraken m.b.t. het indienen van het groepswerk worden meegedeeld tijdens de hoor- en werkcolleges en via blackboard. Niet tijdig indienen van de groepsopdracht leidt tot verlies van max. 2 punten.

 

  • Mondeling examen op 10 punten:

        • Het examen kan volgende typen van vragen omvatten:
          • Vragen naar een toelichting van een aspect van het groepswerk a.h.v. de theorie uit de cursus. Het is noodzakelijk dat je de theorie uit de cursus beheerst teneinde met gesloten boek je antwoord te kunnen motiveren, elementen te kunnen situeren in een groter geheel etc. Het groepswerk zelf wordt door de lector op het examen ter beschikking gesteld.
          • Een zuivere kennisvraag
          • Een toepassingsvraag. Voor dit onderdeel breng je je organogram en v.z.w.-statuten mee (zie opdracht i.f.v. stageplaats).

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 00,96

Tweede examenperiode
    • Het totaal van de punten op de groepsopdracht + peer assessment uit eerste examenperiode wordt van 10 naar 7 punten herleid.

    • Mondeling examen op 13 punten:

          • Het examen kan volgende typen van vragen omvatten:
            • Vragen naar een toelichting van een aspect van het groepswerk a.h.v. de theorie uit de cursus. Het is noodzakelijk dat je de theorie uit de cursus beheerst teneinde met gesloten boek je antwoord te kunnen motiveren, elementen te kunnen situeren in een groter geheel etc. Het groepswerk zelf wordt door de lector op het examen ter beschikking gesteld.
            • Een zuivere kennisvraag
            • Een toepassingsvraag. Voor dit onderdeel breng je je organogram en v.z.w.-statuten mee (zie opdracht i.f.v. stageplaats).