ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Orthopedagogie - 2OM - Onderdelen - Samenleving en recht (d2)/6
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
Code: 2OM06
Academiejaar: 2009-2010
Type: kernondersteunend
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 6
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 37
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Jonghe Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING

Er wordt stilgestaan bij de strafrechtelijke behandeling van de minderjarige die feiten begaan heeft (MOF) en de jongere binnen een problematische opvoedingssituatie (POS). Dikwijls een gemengde situatie die binnen de vrijwillige en gerechtelijke hulpverlening plaats vindt. De wereld van de jeugdrechtbank, parket, sociale dienst, comité, regelgeving zowel federaal als decretaal wordt zichtbaar gemaakt. We gaan dieper in op alle alternatieve afhandelingen, zijnde gemeenschapsdienst, herstelbemiddeling, vormingen, herstelgericht groepsoverleg en brengen een maatschappelijke reflectie op de beeldvorming van delinquente jongeren. Ook het statuut van geesteszieke minderjarigen komt aan bod. Daarnaast ook de rechtspositie van de minderjarige en de aansprakelijkheid van personen bij de onrechtmatige daad van minderjarigen. De aansprakelijkheid van minderjarigen en meerderjarigen wanneer schade wordt toegebracht door een minderjarige. Specifiek wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van ouders en opvoeders voor minderjarigen onder toezicht.

We bekijken het strafrechtelijk handelen van meerderjarigen. En gaan hierbij dieper in op de strafrechtelijke procedure en de verschillende straffen en strafuitvoering zowel bij toerekeningsvatbare personen (gewone straffen) als bij ontoerekeningsvatbare personen (internering). Ook hier wordt stilgestaan bij de alternatieve werkstraf , het electronisch huisarrest alsook de verbeterde situatie van het slachtoffer. We bekijken de specifieke strafwetgeving en verduidelijken algemene begrippen. Het misdrijf 'huiselijk geweld' wordt juridisch en maatschappelijk besproken.

Rond dit alles zijn cursusteksten, wetenschappelijke actuele bijdragen, videofragmenten en krantenartikels welke besproken en verdeeld worden over de hoor- en werkcolleges.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    •  De student kent het begrippenkader ivm de aangeboden theoretische  kaders en de aangeboden wetenschappelijke kennis.
    • De student kent de huidige situatie van het jeugdrecht welke gebaseerd is op een historische evolutie en heeft inzicht op het maatregelenpakket dat de jeugdrechter neemt i.v.m. MOF-situaties bij minderjarigen.
    • De student heeft een basiskennis wat betreft het strafrecht bij volwassenen en een duidelijk inzicht in de alternatieve bestraffing.
    • De student kan de verkregen inzichten rond eigen aansprakelijkheid integreren in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen.
    • De student kan op een adequate, zelfstandige en kritische wijze verschillende geschreven bronnen raadplegen en verwerken als toepassingen van de theoretische uiteenzettingen.  
    • De student kan de ingewonnen informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur begrijpen en interpreteren.
    • De student kan de verkregen informatie en inzichten communiceren op heldere wijze. 
    • De student kan een aantal belangrijke begrippen benoemen en deze hanteren ten behoeve van de samenwerking met andere disciplines als de sociologie en de psychiatrie.
    • De student bejegent mensen (cliënten, leerlingen of ouders) met een juridisch of maatschappelijk (kennis van O.C.M.W. werking) probleem op een professionele en respectvolle manier.
    • De student kan m.b.t. de bekomen beeldvorming  sensibiliserend optreden t.a.v. derden.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    Samenleving en recht (deel 1)
    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • Jeugdrecht
      • Historiek
      • De Bijzondere Jeugdbijstand
      • De nieuwe en vernieuwde maatregelen voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
      • Beeldvorming van delinquente jongeren
      • Geesteszieke minderjarigen
      • De rechtspositie van de minderjarige
      • Aansprakelijke personen bij onrechtmatige daad van de minderjarige
    • Strafrecht                  
                    °  Historiek en actuele werking
                    °  De misdrijven
                    °  De straffen
                    °  De strafrechtelijke procedure
                    °  De strafuitvoering
                    °  De situatie van het slachtoffer
                    °  Verruiming strafrechtelijke bescherming van minderjarigen in België
                    °  Huiselijk geweld

    STUDIEMATERIAAL
    • Handboek verschenen bij Uitgeverij Intersentia: " Jeugdrecht en strafrecht voor het sociaal- pedagogisch werkveld. Gerichte kijk naar de wetgeving in België en in Vlaanderen met toegevoegde praktijkvoorbeelden en maatschappelijke reflecties." Antwerpen, 2009
    • Bijlagen -Teksten Samenleving en recht (2)
    • Getoonde documentaires als toepassingen / voor reflectiemogelijkheden

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    35

     lesuren

      33,65

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    67

     klokuren

      64,42

    Verdere toelichting:
    • hoorcollege 3u/week
    • werkcollege 2u/week 
    • zelfstudie van een aantal teksten
    • leesopdrachten ter voorbereiding van hoor- en werkcolleges

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Een schriftelijk examen op  20 punten
    • 4 vragen op 5 punten / theorie + toepassingen en reflecties

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     01,92

    Tweede examenperiode
    • Een schriftelijk examen op  20 punten
    • 4 vragen op 5 punten / theorie + toepassingen en reflecties