ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Orthopedagogie - 2OM - Onderdelen - Specif. techniek. ervaren en hanteren/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
Code: 2OM03
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 5
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 29
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Wit Veerle
Sychold Nina
Van Tongel Wim


 

KORTE OMSCHRIJVING

Cliënten hebben ondersteuningsvragen op lichamelijk, materieel, psychosociaal en emotioneel vlak. In het opleidingsonderdeel ‘specifieke technieken ervaren en hanteren’ leer je een aantal ondersteunende technieken kennen die relevant zijn voor een gespecialiseerd opvoeder-begeleider. We staan stil bij o.a. ondersteunde communicatie, hef- en tiltechnieken, EHBO, verlenen van assistentie bij activiteiten van het dagelijkse leven, fixatie- en afzonderingstechnieken, voedings-, verzorgings- en hygiënische voorschriften, … Je gaat zelf actief met dit alles aan de slag, o.a. met oefeningen en opzoekingswerk.

Na dit opleidingsonderdeel verwachten we dat je hierrond zowel kennis/vaardigheden/attitudes beheerst.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Signalen van een cliënt(systeem) in een vraag naar bijstand op lichamelijk, materieel, psychosociaal en emotioneel vlak kunnen (h)erkennen.
  • Gebruik kunnen maken van ondersteunde communicatie, o.m. het kunnen werken met pictogrammen, ICT mogelijkheden, …
  • Deskundig kunnen communiceren met de cliënt over de wenselijkheid van bijstand.
  • Concrete mogelijke oplossingen kunnen opzoeken om aan een vraag naar bijstand op lichamelijk, materieel, psychosociaal en emotioneel vlak tegemoet te komen.
  • Verkennen van de eigen mogelijkheden om de vraag naar bijstand te beantwoorden.
  • Zelf kunnen verlenen van concrete bijstand of deze kunnen overdragen aan anderen.
  • Kunnen zorgen voor de veiligheid van (de) cliënt(en).
  • Hef- en tiltechnieken kunnen uitvoeren en toepassen.
  • EHBO-technieken passend gebruiken.
  • Toepassen van voedings-, verzorgings- en hygiënische voorschriften.
  • Verlenen van assistentie bij ADL(activiteiten van het dagelijkse leven).
  • Fixatie- en afzonderingstechnieken kennen en kunnen toepassen.
  • Bepaalde (technische) hulpmiddelen voor specifieke doelgroepen kennen, kunnen opzoeken en inschakelen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

geen


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

geen


Andere begincompetenties

geen


LEERINHOUDEN
  • Specifieke technieken mbt hygiëne en veiligheid. ( H&V )
  • Specifieke technieken mbt voeding en verzorging. ( V&V ) 
  • Specifieke technieken mbt ontwikkelingsstimulering en mediëring.( O&M )
  • Specifieke technieken mbt E.H.B.O. ( EHBO )
  • Specifieke technieken voor ADL (mbt eten&drinken, tanden poetsen, wassen&kleden). Overzicht van hulpmiddelen (technische en niet technische). ( ADL )
  • Specifieke technieken mbt rughygiëne en hef en tiltechnieken. ( RUG )
  • Specifieke technieken uit de orthodidactiek (technieken bij leerstoornissen en problemen bij het leren). ( ORT )
  • Specifieke technieken bij gezondheid en (infectie)ziektes. ( GEZ )
  • Technieken en materialen voor ‘ondersteunde communicatie’ (waaronder internet voor mensen met verstandelijke beperkingen (wai-not) en de werking van het programma 'Mind Express'). ( ICT )
  • Technieken voor verweer; o.a. fixatie- en afzonderingstechnieken.Overzicht van 'specifieke technieken' en hoe een GOB er moet mee omgaan. ( FIX )

STUDIEMATERIAAL
  • Reader 'Specifieke technieken ervaren en hanteren'
  • Handboek Rode kruis Vlaanderen (2007). Help!Eerste hulp vooriedereen. Mechelen, Rode Kruis Vlaanderen.
  • Blackboard-cursus met extra informatie en externe links
  • De student dient ten aanzien van individuele opdrachten en voor verdere verwerking van de inhouden zelfstandig op zoek te gaan naar studie- en documentatiemateriaal en dit bijhouden in een persoonlijke documentatiemap.
  • ICT materiaal, demo 'Mindexpress', WAI-NOT,…(zoals aangegeven tijdens de lessen en in de bb-cursus).
  • De opdrachten die door de student zelf worden gemaakt (zie verder).

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

14

 lesuren

  16,47

practicum en oefeningen:

14

 lesuren

  16,47

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

56

 klokuren

  65,88

Verdere toelichting:
  • Hoorcollege 2u/week
  • Oefengroep 2u/week
  • Aanmaken van een persoonlijke documentatiemap over alle inhouden van het opleidingsonderdeel
  • Zelfstudie van de werking van het programma 'Mind Express'
  • Zelfstandig een aantal bronnen met relevante specifieke technieken voor een gespecialiseerd opvoeder-begeleider opzoeken en verkennen om later te kunnen raadplegen 
  • Individuele opdracht 'verzorging'
  • Individuele opdracht 'orthodidactische techniek'

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Individuele opdracht 'orthodidactische techniek' wordt beoordeeld op 2 punten. Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm.
  • Mondeling examen (18p) (25min.)
  • Studenten trekken bij elke lector één vragenpakket en bereiden hun antwoord schriftelijk voor.
  • Het examen behelst de inhoud van alle verschillende werkvormen (reader en lessen, persoonlijke documentatiemap, zelfstudie, opdrachten)

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 01,18

Tweede examenperiode
  • Het punt dat werd behaald met de opdracht voor de eerste examenperiode, wordt behouden voor de tweede examenperiode.
  • Mondeling examen (18p) (25min.)
  • Studenten trekken bij elke lector één vragenpakket en bereiden hun antwoord schriftelijk voor.
  • Het examen behelst de inhoud van alle verschillende werkvormen (reader en lessen, persoonlijke documentatiemap, zelfstudie, opdrachten)