ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Orthopedagogie - 1OM - Onderdelen - Specifiek opvoeden & begeleiden (d1)/2
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
Code: 00058
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Module 2
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 16
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adams Carl
Schraepen Beno
Van Dingenen Gwen


 

KORTE OMSCHRIJVING

Hoe komt het dat personen met beperkingen nog steeds niet op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven? Dat velen onder hen nog een geïsoleerd leven leiden? Binnen dit opleidingsonderdeel gaan we op zoek naar welke visies de beeldvorming en dus ook de hulpverlening domineren. Hoe zijn die visies ontstaan en waar vinden we ze terug in het dagelijkse leven? Welke aspecten uit die diverse visies zijn waardevol en welke visie is momenteel actueel en zal in de toekomst mee de organisatie van de hulpverlening en de beeldvorming van de hulpverlener beïnvloeden?


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Inzien dat je visie op mensen en zorg bepaald wordt door maatschappelijke en culturele evoluties
    • De historische en culturele evolutie kunnen kunnen weergeven van de zorg voor personen met een beperking, armen, jongeren en delinquenten.
    • Dit kunnen uitleggen en aantonen met voorbeelden uit de orthopedagogische zorg vandaag.
    • Verschillende begrippen, personen en thema's binnen deze historische en culturele evolutie kunnen situeren en verklaren.
    • De impact hiervan kunnen aantonen op de orthopedagogische zorg vandaag.
    • De verschillende mensvisies of basishoudingen i.v.m. personen met een beperking kunnen geven, uitleggen en illustreren met eigen voorbeelden.
    • Het verband tussen deze mensvisies en hun historische en culturele bepaaldheid kunnen aantonen.
    • Kunnen omschrijven, inzien en illustreren welke mensvisies jezelf als opvoeder/begeleider dient na te streven en dit kunnen vertalen naar eigen handelen.
    • Dit alles kunnen linken aan de verschillende doelgroepen binnen de zorg.
    • De weg van segregatie naar inclusie kunnen uitleggen en illustreren.
    • Inclusie kunnen bekijken vanuit verschillende levensdomeinen: maatschappelijk, onderwijs, tewerkstelling, vrijetijdsbesteding en woonomgeving, met aandacht voor de verschillende niveaus (beleid, organisatie, samenleving )
    • Hier voorbeelden van kunnen geven.  

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    Eindtermen hoger secundair onderwijs
    LEERINHOUDEN
    • Hoorcolleges: beeldvorming t.a.v. iedereen die wordt uitgesloten is het uitgangspunt:
      • Welke beeldvorming vinden we terug in onze maatschappij, bij onzelf? Hoe komt dat?
      • Vanuit welke beeldvorming vertrekt een gespecialiseerd opvoeder-begeleider?
    • Volgende onderwerpen en thema's komen aan bod:
      • Zorg en beeldvorming van de prehistorie, over de oudheid en de middeleeuwen tot nieuwe en nieuwste tijd en het eugenitisch alarm tot heden.
      • Welke maatschappelijke factoren spelen een rol in welke periode en bepalen zo de beeldvorming en dus ook de zorg voor armen en bedelaars, delinquenten, personen met een diverse handicaps?
      • Wat is de invloed van economie, cultuur, religie en wetenschap op de beeldvorming en hoe evolueert dit? 
      • Wat zijn cruciale momenten en wie zijn de baanbrekers in de ontwikkeling van de zorg en wat is hun bijdrage?
    • Werkcolleges: inclusie als visie, sociale uitsluiting, inclusief onderwijs, inclusieve tewerkstelling, inclusieve woonomgeving  en inclusieve vrije tijd.

    STUDIEMATERIAAL
    • 'Over narren, kreupelen, doven en blinden', Ben Wuyts, 2008, Davidsfonds Leuven (copie van boek)
    • aangevuld met een syllabus samengesteld uit artikels en slides, richt- en toetsvragen
    • voorbereidende opdracht wordt besproken in de werkcolleges: info linken aan leerinhouden, taak wordt uitgevoerd in groep of individueel, dient als voorbereiding op het examen

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    14

     lesuren

      17,95

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    62

     klokuren

      79,49

    Verdere toelichting:
    • 1 hoorcollege per week
    • 1 werkcollege per week
    • voor beide :
      • ondersteuning van studenten via blackboard platform: online discussieforum, toetsvragen  en studietips
      • aanmoedigen van coöperatief leren door te werken met toetsvragen en begeleide zelfstudie 
      • vakmonitoraat ter ondersteuning van het verwerken van leerinhouden (leren leren)

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Schriftelijk examen met open vragen:

    • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
    • evaluatie van de opdracht via examenvragen
    • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,56

    Tweede examenperiode

    Schriftelijk examen met open vragen:

    • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
    • geen evaluatie van de opdracht meer
    • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd