ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

4 Educatieve benadering van personen met autismespectrumstoornissen - 4BAU2 - Onderdelen - Verdieping & autisme./Verbreding & prof.
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: AU:Educatieve benadering van personen met autismespectrumstoornissen
Code: 40002
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 4
Periode binnen het modeltraject: :--
Aantal studiepunten: 18
Wegingscoëfficient: 18
Totaal aantal contacturen: 63
Totaal studietijd: 468
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Stinkens Wim


 

KORTE OMSCHRIJVING
In OLOD 3 (opleidingsonderdeel 3) van deze banaba autisme willen we de student  voorbereiden op de competenties zoals ze hierna zijn aangegeven. in het perspectief van probleemgedrag, de cliënt in zijn context en volwassenheid.
Naast probleemgedrag en Teacch werken we ter verdieping thema's uit die aansluiten bij vragen uit het werkveld.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • AU102 Kan het verband leggen tussen de theoretisch definities van autisme en de educatieve benadering. Kan het belang van differentiaaldiagnose zien.Begrijpt de onderliggende mechanismen van uiterlijk waarneembaar gedrag ('ijsbergdenken'). Herkent de kwalitatieve verschillen in de ontwikkeling van ASS.
  • AU103 Kan het ijsbergdenken hanteren als middel bij de reflectie rond eigen ontwikkeling. Kan over zijn eigen proces van ontwikkeling en groei in het kijken naar en omgaan met autisme/evolutie binnen zijn werkcontext, reflecteren. Kan kritisch reflecteren en getuigen van inzicht in een probleemstelling. Kan de reflectieve cyclus hanteren.
  • AU104 Kan de resultaten van formeel en informeel onderzoek interpreteren. Kan een N=1 onderzoek uitvoeren. Kan een informeel onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen en kadert informatie binnen een grotere context.
  • AU106 Beschikt over de nodige gespreksvaardigheden. Kan zich mondeling en schriftelijk uitdrukken. Kan gevat antwoorden op vragen naar inhoud, persoonlijke verwerking, houding, beroepsvaardigheid en theoretische omkadering. Kan de eigen vorm van communicatie afstemmen op de communicatie van personen met ASS.
  • AU107 Heeft inzicht in benaderingen en kan hier een kritische houding tegenover ontwikkelen. Verbreedt en verdiept de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsbevordering. Ontwikkelt een begeleidingshouding waarin de persoon met autisme niet samenvalt met zijn handicap en waar tegelijk aandacht is voor de pervasieve aspecten van autisme.
  • AU108 Kan anderstalige , buitenlandse literatuur hanteren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • AU209 Kan samenwerken in een multidisciplinair team. Neemt verantwoordelijkheid op in het leerteam. Kan samenwerken op een coöperatieve manier in de groep en in de ruime context van een organisatie. Kan het specifieke van ASS vertalen op een gepaste wijze in een team.
  • AU210 Heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrijetijdsbesteding, communicatieve problemen en sociale interacties. Kan in het kader van probleemgedrag via reflectie alternatieven ontwikkelen wat preventie en begeleiding betreft.
  • AU211 Kan vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen. Heeft inzicht in specifieke vragen die zich stellen bij autisme en een jonge ontwikkelingsleeftijd, autisme en normale begaafdheid.
Beroepsspecifieke competenties
  • AU314 Heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrijetijdsbesteding, communicatieve problemen en sociale interacties. Kan op deze terreinen informeel onderzoek uitvoeren en op basis hiervan leerdoelen formuleren en uitwerken. Kan een georganiseerde leer- een leefomgeving (of werkomgeving) ontwikkelen voor de persoon met ASS.
  • AU315 Begrijpt de plaats van een handicap binnen het gezinsfunctioneren. Heeft inzicht in het proces van samenwerken met ouders en kent agogische middelen om dit te realiseren. Is in staat om functionele leerdoelen te ontwikkelen voor de persoon met ASS.
  • AU316 Kan samenwerken met ouders en het netwerk van de persoon met ASS. Heeft inzicht in het proces van samenwerken met ouders en kent agogische middelen om dit te realiseren. Kan een sleutelrol vervullen tussen personen met ASS en netwerk.
  • AU317 Is in staat om de persoon met autisme voldoende basisveiligheid te bieden zodat deze laatste maximale ontwikkelingskansen krijgt. Kan vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen.
  • AU319 Kan een georganiseerde leer- en leefomgeving (of werkomgeving) ontwikkelen voor personen met ASS. Ontwikkelt een begeleidingshouding waarin de persoon met autisme niet samenvalt met zijn handicap en waar tegelijk aandacht is voor de pervasieve aspecten van autisme.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
OLOD I & OLOD II
Andere begincompetenties

  • Beschikken over een bachelor- of masterdiploma
  • Over ervaring beschikken in het werken met mensen met een autismespectrumstoornis in een professionele context.
  • Beschikken over reflectieve vaardigheden

LEERINHOUDEN
  • Autisme en probleemgedrag
  • Begeleiding van ouders en thuisbegeleiding   
  • Autisme en volwassenen
  • Teacch en andere benaderingen
  • Uitdiepen van thema's zoals psycho-educatie, seksualiteit en ouders/gezinnen.

STUDIEMATERIAAL
  • Syllabus.
  • Artikels en verwijzingen naar literatuur.
  • Transparanten, powerpointmateriaal.
  • Ondersteunende documenten en toelichting op Blackboard.
  • Portfolio.

  • WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    42

     lesuren

      66,67

    practicum en oefeningen:

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    18

     lesuren

      28,57

    studietijd buiten contacturen:

    0

     klokuren

      00,00

    Verdere toelichting:
    • Werkcollege met vraag- en leergesprekken: de inbreng van de studenten via discussie en peerteaching is daarbij essentieel.
    • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.
    • Praktijkopdrachten.
    • Implementatie (feedback praktijkopdrachten).
    • Leerteam.
    • Literatuurstudie.
    • Groepswerk.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
          • Opdrachten:
            Literatuuropdracht: 6 punten
            Logboek moeilijk gedrag: 2 punten

          • Kennisopdracht (integratie): 12 punten

    tijd voor examinering
    uren
    3

    %
     
     04,76

    Tweede examenperiode
    • Bij een tekort op het opleidingsonderdeel worden de cijfers van de literatuuropdracht en logboek moeilijk gedrag overgenomen
    • Kennisopdracht
      Kwaliteit: 12/ 20.