ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Voedings- en dieetkunde - 1VD - Onderdelen - Chemie 2
  

Component behoort tot O.O.: Algemene chemie
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 10375
Academiejaar: 2009-2010
Type: kernondersteunend
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Periode 2
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 60
Totaal aantal contacturen: 39
Totaal studietijd: 109,2
Deeltijds programma: deel 2
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Dhont Karin


 

KORTE OMSCHRIJVING
Nutritionele eigenschappen zijn sterk verbonden zijn met hun chemische kenmerken. In het begin van de 19de eeuw wist men al dat voedsel voornamelijk bestond uit de elementen koolstof, waterstof, zuurstof, en stikstof. Het is duidelijk dat zonder een verdere vooruitgang in chemische kennis de moderne voedingswetenschappen niet op het niveau van vandaag zouden staan.
Naast de elementaire kennis van de algemene en anorganische chemie introduceren we in deze periode systematisch de chemische fenomenen die optreden tijdens verwerking en bewaring van voedsel. Hierbij richten we ons sterk op chemische verschijnselen die van belang zijn voor de consument, voedselproducent en diëtist. Deze lessenreeks biedt je een chemische achtergrond die van pas komt bij de andere cursussen in deze periode.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
  • VD256 Verwerkt gegevens correct.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    1. deelt de chemische elementen in naar hun periodieke eigenschappen, kent de trends in het periodiek systeem van elektronegativiteit, elektronenaffiniteit, ionisatie-energie en metallisch karakter

    2.  schrijft reactievergelijkingen, maakt stoechiometrische berekeningen, werkt met verschillende concentratietermen

    3. kent atoomorbitalen, molecuulorbitalen en hybride-orbitalen

    4. beheerst het begrip chemisch dynamisch evenwicht; berekent evenwichtsconcentraties, voorspelt de evenwichtsligging

    5. onderscheidt zuren en basen; maakt een indeling naar sterkte van de zuren en de basen; kent het begrip pH en berekent de pH van oplossingen; kent de werking en de samenstelling van een buffer

    6. deelt de reacties onder in kinetisch nulde, eerste en tweede orde reacties; bepaalt de orde van de reacties

    7. schrijft een redoxreactie uit door gebruik te maken van deelreacties; maakt een onderscheid tussen oxidatie en reductiereacties

    8. interpreteert een zuur/base titratiecurve naar aard van het titrant, sterkte van de het getitreerde zuur of base; herkent buffergebieden en equivalentiepunten

     

    LEERINHOUDEN
    1. periodiek systeem; periodieke eigenschappen
    2. reactievergelijkingen, stoechiometrie
    3. water in voedsel
    4. concentratiebegrippen; mol; molaire massa; procentuele samenstelling
    5. atoomorbitalen, molecuulorbitalen, hybride orbitalen
    6. kinetiek: nulde, eerste en tweede orde
    7. chemisch evenwicht: zuur-base reacties, redoxreacties
    8. pH; sterkte van zuren en basen; buffers
    9. zuur/base titratiecurven

    STUDIEMATERIAAL

    Noodzakelijke leermiddelen:

    • Cursus ‘Chemie II'– auteur: K. Dhont- Plantijn Hogeschool 2009-
    • een standaardtype rekentoestel.
    • het Periodiek Systeem der Elementen (Tabel van Mendeleev).

     

     


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    36

     lesuren

      33,03

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    70

     klokuren

      64,22

    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Integratieve toets INT2-1:

  • schriftelijk examen in periode 2 over leerstof periode 2 met kennis- (chemische basiskennis), inzichts-(denkvragen, oefeningen en vraagstukken) en toepassingsvragen

     


  • tijd voor examinering
    uren
    3

    %
     
     02,75

    Tweede examenperiode

    Integratieve toets INT2-1:
    schriftelijk examen met kennis- (chemische basiskennis), inzichts-(denkvragen, oefeningen en vraagstukken) en toepassingsvragen over de gehele cursus.