ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Onderwijs: secundair onderwijs - 3VOBI - Onderdelen - Zorg voor voeding module 5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: SO:Onderwijs: secundair onderwijs
Code: 30295
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Semester 1
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 46
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Seghers Annemie


 

KORTE OMSCHRIJVING
 

Voeding voor zieke en gezonde mensen.Elke leeftijdscategorie kent haar eigen behoeftes en voedingsproblemen: zwangere en lacterende, zuigeling, peuter en kleuter, scholieren, adolescenten, jong volwassenen en ouderen en bejaarden. Welke aanpassingen zijn er nodig bij ziekte, hoe kan voeding aangepast worden? Tevens komen bijzondere, alternatieve voeding en voeding bij allochtonen aan bod

De vakdidactische aanpak binnen het opleidingsonderdeel Voeding biedt de student, naast de klassiekere lesrealisaties, de mogelijkheid tot het realiseren en inoefenen van didactische experimenten.                                                                                                                                                                                 . De leraar als inhoudelijk en practisch expert, als organisator en begeleider, als cultuurparticipant en als lid van een vakgroep en schoolteam staan in deze sessies centraal.

Apart van het opleidingsonderdeel Voeding en meer bepaald in Projectwerking VV, wordt de student de kans geboden zicht te verdiepen in het opstellen en realiseren van een Integrale Opdracht (IO). Zie ECTS fiche Project VV (project 2).


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • SO101 Handelt integer en respectvol.
  • SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  • SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  • SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  • SO208 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  • SO209 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  • SO211 Creatief zijn.
  • SO212 Kan organiseren.
Beroepsspecifieke competenties
  • SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  • SO316 Evalueert leerlingen deskundig.
  • SO317 Werkt leerlinggericht.
  • SO319 Kan omgaan met diversiteit.
  • SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Behoudt overzicht en reageert wendbaar bij onverwachte omstandigheden. De student blijft rustig bij onverwachte omstandigheden in de keuken.
  • Opdrachten krijgen een verzorgde stijl en overzichtelijke lay-out.
  • Staat open voor nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied. Kan kritisch denken ten aanzien van informatie en massamedia.
  • Uit creativiteit bij realisatie van opdrachten. Taken worden goed voorbereid en afspraken gerespecteerd.
  • Legt verband tussen lesonderwerpen in eigen opleiding (hogeschoolniveau) en aanpak lesonderwerpen gericht op doelgroep SO.
  • Kan theoretische achtergrond omzetten in praktische aanwijzingen.
  • VAKDIDACTIEK

    1.De student denkt en handelt flexibel, tijdens lesrealisaties voor de eigen klasgroep.
    2. De student neemt zijn/haar verantwoordelijkheid op tijdens didactische experimenten en gaat bij de evaluatie respectvol om met zijn/haar medestudenten.
    3. De student geeft tijdens typelessen verbale terugkoppeling aan medestudenten m.b.t. zowel technisch didactische aspecten als verbaal en non-verbaal gedrag.
    4. De student werkt in kleine groepjes een lesvoorbereiding uit en realiseert deze voor de eigen klasgroep.
    5. De student stelt zich binnen de klasgroep empathisch en open op en draagt zorg voor de medestudenten.
    6. De student moet communicatief zijn (cfr. lesvoorbereiding) maar ook tijdens de mondelinge lesrealisatie.
    7. De student heeft inzicht in leerplannen TSO en BSO voor het vakgebied VV.
    8. De student oefent vooropgestelde leerdoelen van het 2de jaar verder in, toegepast op lesonderwerpen uit de 1ste, 2de en 3de graad TSO en BSO van het S.O., BUSO en Sociale Promotie (diversiteit).
    9. De student experimenteert met 'nieuwe' didactische werkvormen en werkt hierbij emanciperend.
    10. De student werkt creatief met het complex van didactische activiteiten en presenteert het resultaat van zijn/ haar creatief denken mondeling voor de klasgroep.
    11. De student bereidt stageopdrachten voor en past zijn vakdidactische kennis toe tijdens stagemomenten. 
    12. De student diept een fictief uurrooster VV uit en geeft toelichting a.d.h. van de leerplannen (samenvattend).


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
Zorg voor voeding module 3 en 4
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties

Geen


LEERINHOUDEN

Zorg voor voeding:

borst en flesvoeding

Voeding voor peuters en kleuters

Voeding voor scholieren en adolecenten

Alternatieve voeding

Voeding bij bejaarden

Voeding bij ziekte, dieetvoeding


STUDIEMATERIAAL
  • Handboek: Nelleke Stegeman,VOEDING BIJ GEZONDHEID EN ZIEKTE,Wolters-Noordhof, Groningen 2007
  • Irene van Blommestein, KOOK OOK, Nederlands Voedingsbureau voor voeding, 2008
  • J.G. van Eden, RECEPTENLEER, Bereidingstechnieken en -processen, HB uitgevers,  2009
  • NUBEL-VOEDINGSMIDDELENTABEL
  • Brochures voedingsvoorlichting 
  • Vaktijdschriften en kookboeken Schoolbib.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

12

 lesuren

  09,23

practicum en oefeningen:

24

 lesuren

  18,46

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

84

 klokuren

  64,62

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode

 

  • Permanente evaluatie:   30% . Aanwezigheid tijdens de practica is een vereiste om te kunnen slagen
     * Werk tijdens de les 10%
     * Opdrachten  en oefeningen 20%
  • Praktisch examen:  15% 
  • Theoretisch examen: 30% 
  • Mondeling examen Voeding Verzorging-Vakdidactiek: 25%: Geïntegreerd jaarexamen: d.w.z. student werkt een fictief uurrooster voor vakspecialiteit VV en gewicht 1 samen uit en verdedigt zich voor een extern jury lid en de vaklector.


     
  • Voor dit opleidingsonderdeel is GEEN examencontract mogelijk.
  • Verplichte aanwezigheid is een vereiste om te slagen.
  • Voor elk onderdeel van het examen moet ten minste 50 % gehaald worden

tijd voor examinering
uren
10

%
 
 07,69

Tweede examenperiode
  • Theoretisch examen en mondeling examen kan hernomen worden.
  • De punten voor permanente evaluatie en praktisch examen blijven behouden.
  •