|
|
Component behoort tot O.O.: |
Materialen en hun eigenschappen |
Afstudeerrichting: |
CH:Chemie |
Code: |
20143 |
Academiejaar: |
2009-2010 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
:-- |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
28 |
Totaal aantal contacturen: |
21 |
Totaal studietijd: |
50,96 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Spanoghe Mark
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het onderwijseenheid "Fasenleer" wordt er gestart met elementaire begrippen rond de verschillende aggregatietoestanden en de overgangsvormen van mengsels. Industriële processen stoelen op chemische of biochemische reacties. Deze gebeuren op vergrote schaal in reactoren met sturings- en bewakingssystemen. Een biochemische reactor noemt men een fermentor, omdat hier vooral enzymatische reacties optreden. Na de reactie in een chemische of biochemische reactor (vaak in batch-vorm) wordt de "downstream-processing" doorlopen. Hiervoor is inzicht in fasescheiding vereist.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
- CH106 blijft onder druk zorgvuldig werken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH232 structureert informatie op een overzichtelijke manier
- CH237 gebruikt informatiebronnen kritisch
- CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
kan een fasendiagram lezen en het toepassen in bijvoorbeeld het beoordelen van een scheidingstechniek die berust op een fasenevenwicht
-
heeft, aan de hand van de hefboomregel, kwantitatief inzicht in een fasenevenwicht
-
kan de elementaire massabalans van een scheidingstechniek op stellen
-
past elementaire kennis van kristallisatie als eenheidsbewerkingen toe invoudige systemen
-
van elke eenheidsbewerking. kent de begrippen (uit de fysica, fysico-chemie en chemie) die aan de grondslag liggen van de scheidingtechnieken
-
van elke eenheidsbewerking. herkent enkele typische industriële scheidingsapparaten en licht hun werking toe
|
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
21,82
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
14,55
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
34
|
klokuren
|
61,82
|
Verdere toelichting:
-
hoorcolleges, gedeeltelijk opbouwend via vraagstelling
-
geleide oefeningensessies en bespreking van klassikaal uitgewerkte vraagstukken
-
labsessies
-
monitoraat op vraag van de student
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- permanente evaluatie tijdens de labsessies en beoordeling van ingediende labverslagen
- Indien een student er niet in slaagt om alle door hem gewettigd gemiste labs binnen een periode in te halen, werkt de opleidingscoördinator een individuele regeling uit. De student dient hiervoor de opleidingscoördinator "tijdig te contacteren”
- schriftelijke integratieve toetsing INT6-2, tijdens de examenweek, bestaat voornamelijk uit vraagstukken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel schriftelijke integratieve toetsing INT6-2 voornamelijk bestaande uit vraagstukken kan hernomen worden
|
|
| |
|