|
|
Component behoort tot O.O.: |
De levende cel |
Afstudeerrichting: |
CH:Chemie |
Code: |
20021 |
Academiejaar: |
2009-2010 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
:-- |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
25 |
Totaal aantal contacturen: |
23 |
Totaal studietijd: |
45,5 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Eyken Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Omdat er ook vele biologische aspecten belangrijk zijn in de biochemie, wordt in "de cel" de link gelegd naar de biologie. Dit leidt tot een vollediger inzicht in de opbouw en de functie van de cel. Kennis van opbouw en functie van de cel en de mogelijke communicatievormen hiertussen, is hierbij onontbeerlijk. Door aansluitend de celdeling en begrippen uit de klassieke genetica te bespreken, wordt de connectie naar 'het leven' gelegd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
- CH106 blijft onder druk zorgvuldig werken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH239 werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
- CH249 controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
- CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student
1.
verklaart en gebruikt een aantal basisbegrippen over relaties tussen organismen en over de bouw en functie van de levende eukaryote cel.
2.
verklaart en beschrijft de celdeling en algemene begrippen uit de klassieke genetica
3.
benoemt de verschillende onderdelen van een microscoop
4.
geeft het verschil tussen vergroting en resolutie
5.
maakt een correcte tekening van een preparaat
6.
gebruikt een lichtmicroscoop juist
7.
observeert, tekent en herkent eenvoudige micropreparaten met een lichtmicroscoop
8. gebruikt eenvoudige kleuringtechnieken en voert metingen uit op een preparaat onder de microscoop
|
|
LEERINHOUDEN
|
1.
in de leerstof worden de relaties tussen organismen binnen een ecosysteem besproken
2.
de eukaryote cel wordt bekeken naar structuur en functie
3.
celdeling en begrippen uit de klassieke genetica worden besproken
4.
op dit vak kunnen de vakken microbiologie, biochemie en immunologie in de hogere jaren voortbouwen
5.
de student leert hoe correct een microscoop te gebruiken
6.
de onderdelen van een microscoop die bijdragen tot de kwaliteit van een microscoop, zoals de vergroting, de resolutie, de grootte van het gezichtsveld en de verlichting worden doorgenomen
7. begrippen als osmose, diffusie en hemolyse, mitose worden in de praktijk ingeoefend a.d.h.v. preparaten
|
STUDIEMATERIAAL
|
1.
cursus “De cel theorie deel 1 + deel 2” -
Lector : E. Van Eyken - Plantijn Hogeschool 2009
2.
cursus “De cel oefeningen + praktijk” – Plantijn Hogeschool 2009
3.
e-campus voor presentaties, externe links, enz.
4.
internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
24,00
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
lesuren
|
20,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
27
|
klokuren
|
54,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
schriftelijke toetsing INT4-3 tijdens de examenweek
evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid-labschrift-houding en werk- getekende preparaten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- enkel INT4-3 kan hernomen worden, de score van het lab blijft behouden
|
|
| |
|