ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Chemie - 1CH - Onderdelen - Licht en materie
  

Component behoort tot O.O.: Elektromagnetische verschijnselen
Afstudeerrichting: CH:Chemie
Code: 10090
Academiejaar: 2009-2010
Type: ?
Niveau: ?
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: :--
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 43
Totaal aantal contacturen: 20
Totaal studietijd: 44,72
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Nachtegaele Hubert


 

KORTE OMSCHRIJVING
De fysische aard van licht wordt beschreven met het oog op het begrijpen van de interactie van licht met materie. Dit vormt de voorbereiding op het begrijpen van allerlei spectroscopische methoden die later bij de chemische analyses behandeld worden.
Tijdens de practica komen toepassingen van de polarimeter en van de refractometer aan bod, en een herhaling van de basiswetten van de geometrische optica.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • CH238 verzamelt gegevens en,/of meetresultaten in tabelvorm, volgens de richtlijnen
    • CH240 zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op hun werkomgeving en in hun labjournaal
    • CH244 bereidt taken systematisch voor
    • CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
    • CH258 schat veiligheidsrisico's in, zoekt de relevante info op en past ze zinvol toe
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      Na deze hoorcolleges en practica…

      1. gebruikt de student de terminologie uit de geometrische en fysische optica met de juiste betekenis.
      2. kan de student aangeven op welke fysische principes de eenvoudigste spectrometrische methoden gebaseerd zijn.
      3. De student bezit elementaire kennis over het duaal karakter van licht.
      4. De student werkt correct met een refractometer.
      5. De student werkt correct met een polarimeter.
      6. gebruikt de student interface–mogelijkheden om metingen rechtstreeks van apparatuur naar de PC te sturen, in situaties waarin een dergelijke procedure de efficiëntie van het werk ten goede komt.
      7. gebruikt de student de Excel–procedures LIJNSCH en OPLOSSER voor het fitten van een gegeven functie aan zelf uitgevoerde metingen.
      LEERINHOUDEN

      1.       elementaire fysische optica:

      ·          licht als golfverschijnsel

      ·          foto-elektrisch effect

      2.       duaal karakter van materie:

      ·          quantisatie van fysische grootheden

      3.       interactie tussen licht & materie:

      ·          inleiding tot “emissie- en absorptiespectra van atomen, moleculen en vaste stoffen”

      4.       Practica:

      ·          Een toepassing van de polarimeter (bvb inversie van suiker opmeten)

      ·          Toepassingen van refractometer (bvb suikerconcentratie bepalen)

      ·          Elementaire geometrische optica


      STUDIEMATERIAAL

      1.       cursus “Licht en materie” – auteur: Hubert Nachtegaele – Plantijn Hogeschool 2009

      2.       E-learning-oefeningen ( http://srv755/COO op e–campus)

      3.       EDU-mappen op e-campus waarop alle documenten te vinden zijn (PR-opdrachten, oefeningen, extra illustraties, presentaties, …). Werkwijze zoals bij “gassen en vloeistoffen” in periode 1.

      4.       Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijn Hogeschool 2009

      5.       Brochure “Veiligheid en kwaliteit”

      6.       uitgeschreven labopdrachten die door de studenten buiten het lab voorbereid moeten worden (deze opdrachten komen samen met die van “elektriciteit” in een rotatiesysteem):

      ·          3-5: metingen met de refractometer (brekingsindex i.f.v. volumefrachte voor water-ethanol)

      ·          3-6: metingen met de polarimeter (reactiesnelheid voor de inversie van sucrose bepalen)

      ·          3-7: geometrische optica (lenzenformules en brekingswet)

      Opdrachten 3-1 tot 3-7 komen in een rotatiesysteem. De studenten krijgen 2 weken voor het begin van de periode de planning daarvan (wie welke week welke opdracht moet uitvoeren).  De teksten voor deze opdrachten zijn beschikbaar via e-campus.


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      6

       lesuren

        12,00

      practicum en oefeningen:

      12

       lesuren

        24,00

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      30

       klokuren

        60,00

      Verdere toelichting:

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      1.     permanente evaluatie van de labopdrachten (gedeeltelijk steekproefsgewijs, gedeeltelijk systematisch).

      2.     controle van de voorbereiding van de practica, met mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een practicum–opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht.

      3.     controle tijdens de practica van correct gebruik van het labschrift

      4.     controle op het gebruik van het zelfstudiemateriaal (o.a. geautomatiseerde tracking van e-learning–oefeningen)

      5.     Integratieve toetsing over het gehele opleidingsonderdeel INT3-2

      Deze integratieve toets behandelt in gelijke mate...

      a.       de leerstof en oefeningen die aan bod gekomen zijn tijdens de hoor- en werkcolleges.

      b.       de tijdens de practica te verwerven kennis en vaardigheden.

      6.     Oefeningen en vaardigheden die ook in e-learning aan bod komen krijgen extra aandacht in de integratieve toets.

       

      De verdeling van de punten over integratieve toets (±90%) en permanente evaluatie (±10%) betekent niet dat de practica slechts voor 10% meetellen: in de integratieve toets handelt ongeveer de helft van de vragen over kennis en vaardigheden die tijdens de practica verworven en/of ingeoefend moeten worden.

       

      Indien een student er niet in slaagt om alle door hem gewettigd gemiste labs binnen een periode in te halen, werkt de opleidingscoördinator een individuele regeling uit. De student dient hiervoor de opleidingscoördinator tijdig te contacteren.


      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       04,00

      Tweede examenperiode

      De punten behaald voor permanente evaluatie worden van de eerste naar de tweede examenperiode overgenomen.
      Integratieve toetsing over het gehele opleidingsonderdeel.