ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Chemie - 1CH - Onderdelen - Van atoom tot reagerende moleculen
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: CH:Chemie
Code: 00130
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Periode 1
Aantal studiepunten: 6
Wegingscoëfficient: 6
Totaal aantal contacturen: 88
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Janssens Carla
Meyers Caroline
Ollevier Jeroen


 

KORTE OMSCHRIJVING

In het opleidingsonderdeel “Van atoom tot reagerende moleculen “ wordt de basis gelegd voor alle verdere chemie in de opleiding. De hoorcolleges, de werkcolleges en het praktisch werk zijn sterk verweven. Zuur/base- en redoxtitraties worden uitgevoerd als toepassing op het uitschrijven van chemische reacties en stoechiometrie. De student verwerft inzicht in de anorganische stofklassen en chemische bindingen.

Omdat chemische analysetechnieken een integraal deel uitmaken van het project "Water, zuiver"wordt er veel aandacht besteed aan volumetrisch en analytisch werken. Kennis en correct gebruik van glaswerk en volumetrische berekeningen  zijn zaken die tijdens de labsessies intensief getraind worden.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • CH231 onderscheidt hoofd- en bijzaken
    • CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
    • CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
    • CH255 schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
    • CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      1. Maakt concentratieberekeningen uitgedrukt in verschillende eenheden.
      2. Werkt een stoechiometrische reactievergelijking uit.
      3. Klasseert anorganische stoffen volgens hun verbindingsklasse.
      4. Kent de samenstelling van een atoom.
      5. Kent de kwantumgetallen van de elektronen in een atoom
      6. Past het Aufbauprincipe toe om de elektronenconfiguratie te bepalen
      7. Maakt het onderscheid maken tussen atomen, ionen en isotopen
      8. Kent een aantal trends in karakteristieke eigenschappen van een atoom:
          a. de relatieve grootte van de radius van een atoom of ion
          b. de ionisatie-energie c. de elektronenaffiniteit
         d. de grootte van de elektronegatieve waarde inschatten
      9. Maakt onderscheid in groepen en perioden in het periodiek systeem.
      10. Plaatst op basis van onderstaande eigenschappen, de elementen correct in het periodiek systeem:
         a. de elektronenconfiguratie
         b. de radius
         c. de ionisatie-energie
        d. de elektronenaffiniteit
        e. de elektronegatieve waarde
      11. Schrijft correct zuur/base reacties .
      12. Schrijft correct redoxreacties met hun deelreacties op basis van:
        a. oxidatie, reductie
        b. het aantal uitgewisselde elektronen
        c. de atomenbalans
        d. de ladingbalans
      14. Leidt uit de pH van een oplossing af of deze zuur of basisch is.
      15. Maakt het verschil maken tussen een ionaire en covalente binding.
      16. Stelt de Lewisstructuur op voor een molecule en bepaalt hiermee oxidatietrap en formele lading voor elk atoom.
      18. Leidt de ruimtelijke structuur van een moleculeaf gebaseerd op de VSEPR theorie om de hybridisatietoestand, de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule af te kennen.
      20. Herkent de moleculen die niet voldoen aan octetstructuur en kan voor deze de ruimtelijke geometrie, hybridisatietoestand en bindingshoek afleiden.
      21. Gebruikt de intermoleculaire krachten om  kookpunt en het smeltpunt van moleculen in te schatten.
      22. Bereidt een labopdracht voor in het labschrift.
      24. Neemt relevante notities in het labschrift tijdens het uitvoeren van de labopdracht.
      25. Werkt veilig en analytisch.
      26. Maakt een opstelling voor de uitvoering van een gewone en gefractioneerde destillatie.
      27. Interpreteert een TX-diagram interpreteren en past de wet van Raoult en Dalton toe.
      29. Voert een manuele titratie correct uit.
      30. Maakt correct analytisch verdunningen.
      31. Maakt correct concentratiesberekenen in de juiste eenheden.
      33. Maakt een wetenschappelijk verslag.
      35. Houdt zich aan de afspraken wat betreft aanwezigheid, inzet, orde, voorbereiding en stiptheid


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
      geen
      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties

      LEERINHOUDEN
      • Basis algemene chemie:  theorie + oefeningen.
      • Labvaardigheden: 
        * destillaties    
        * verdunningen en titraties

      STUDIEMATERIAAL
      • Cursus theorie : "van atoom tot reagerende moleculen"- auteur K. Dhont - Plantijn Hogeschool 2009.
      • Cursus lab : "scheidingstechnieken" en "volumetrie" - Plantijn Hogeschool 2009
      • Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijn Hogeschool 2009.
      • Brochure “Veiligheid en kwaliteit” + risicoanalysekaartje. .
      • Labjas, Veiligheidsbril, Spatel, Peer, Labschrift

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      44

       lesuren

        25,29

      practicum en oefeningen:

      40

       lesuren

        22,99

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      86

       klokuren

        49,43

      Verdere toelichting:
      • hoorcolleges.
      • oefeningensessies
      • labopdrachten.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      INT1-1 : schriftelijk tijdens de examenweek . Bestaat uit toepassingen uit HO, WE en PR, zowel parate kennis, inzichtsvragen als vraagstukken.

      Specifiek voor PR :  examen praktische proef, permanente evaluatie, jaarwerk, verslagen en labjournaal.

      Controle van de voorbereiding van de practica met als mogelijke sanctie bij onvoldoende voorbereiding: uitsluiting van uitvoering van de labopdracht met een "0" als kwotatie. 

      Deelname aan de labsessies is verplicht. Elke niet uitgevoerde praktijkopdracht wordt "0" gekwoteerd. De gemiste, gewettigde labsessies worden ingehaald tijdens de lesweken van dezelfde periode. De student werkt een regeling uit en legt deze ter goedkeuring voor aan de betrokken lector.

      Indien een student er niet in slaagt om alle door hem gewettigd gemiste labs binnen een periode in te halen, werkt de opleidingscoördinator een individuele regeling uit. De student dient hiervoor de opleidingscoördinator tijdig te contacteren”
       



      tijd voor examinering
      uren
      4

      %
       
       02,30

      Tweede examenperiode
      Alleen het schriftelijke deel van INT1-1 kan hervat worden ; de punten van de andere onderdelen worden behouden.