ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Elektromechanica - 3KLM - Onderdelen - Eindwerk
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: EM:Elektromechanica
Code: 3KM59
Academiejaar: 2009-2010
Type: kernondersteunend
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9
Aantal studiepunten: 15
Wegingscoëfficient: 15
Totaal aantal contacturen: 67
Totaal studietijd: 390
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Beylemans Amedee


 

KORTE OMSCHRIJVING
Het eindwerk is het sluitstuk van je opleiding en de laatste opdracht waarmee je bewijst dat je klaar bent om in het beroepenveld te stappen. Met je eindwerk toon je aan dat je in staat bent om een multidisciplinaire taak uit te werken en voldoende wetenschappelijk te onderbouwen. Je eindwerk bevat voldoende techniciteit en minstens 70% aantoonbaar eigen werk.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
  • EM102 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren en presenteren/ de student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
  • EM103 Doelgericht leren (evalueren) van je eigen handelingen (er positieve en negatieve kanten in identificeren) en gericht werken aan verbeteringen (leerpunten formuleren).
  • EM104 De student kan in een multidisciplinaire groep en vanuit zijn specifieke optie-(afstudeer)achtergrond een bijdrage leveren aan de totstandkoming van het gewenste resultaat / de student kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
  • EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
  • EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
  • EM107 De student kan, op basis van zijn multidisciplinaire en afstudeerspecifieke kennis, communicatie met opdrachtgevers/klanten/ontwikkelaars/productiemedewerkers ontwikkelen en onderhouden.
  • EM108 De student is in staat om, vanuit een basishouding van leven(s)lang leren, zelfstandig een leerdoel en leerstrategie te bepalen, uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • EM209 De student kan zich vlot in een groep/team integreren zodat hij/zij snel en efficiënt kan deelnemen aan de taken.
  • EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
  • EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
  • EM212 De student kan bij beroepsmatige en ethische dilemma's (bv. de verhoging van de productiviteit door minder veilig te werken) een afweging maken op basis van gedegen maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden, en een besluit nemen.
  • EM213 De student kan in snel veranderende werkomstandigheden en op basis van zijn/haar doorzettingsvermogen, prestatiegericht werken.
  • EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakamanschap) uit te voeren / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
  • EM215 De student kan (ook onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden) effectief blijven functioneren door de taken goed te plannen en organiseren.
Beroepsspecifieke competenties
  • EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
  • EM319 De student is in staat om wijzigingen aan HVAC- en koelinstallaties uit te voeren.
  • EM322 De student kan de basiscontroles in het kader van het opstarten van de HVAC- en koelinstallatie conform aan de opleveringsvoorwaarden uit te voeren.
  • EM323 De student is in staat om HVAC- en koelsystemen volgens bedrijfstechnische specificaties op te stellen.
  • EM328 De student is in staat om periodiek- en storingsonderhoud uit te voeren op HVAC en koelinstallaties.
  • EM330 De student is in staat om, op basis van machinehistoriek of contructeursgegevens, preventieve onderhoudsplannen op te stellen, uit te voeren en bij te sturen.
  • EM335 De student is in staat om de HVAC- en koeltechnische systemen in te regelen in het kader van het lastenboek en/of de gebruikersbehoefte
  • EM336 De student is in staat om energiewinsten en -verliezen te bepalen a.d.h.v. bouwfysische gegevens, lastenboeken en normen.
  • EM337 De student is in staat om de meest voorkomende HVAC- en koelinstallaties te dimensioneren, te selecteren en de bijhorende installatieschema's op te stellen en te verwerken tot een technisch dossier.
  • EM340 De student is in staat om specifieke metingen (excl. brandermetingen) uit te voeren en de meetresultaten ervan te interpreteren.
  • EM342 De student is in staat om door gebruik te maken van de huidige stand van de techniek een veelvoud aan data en parameters te verzamelen, te visualiseren, te bewaken en te bewaren, met de bedoeling ze bruikbaar te maken voor de proceseigenaars/procestechnologen.
  • EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.
  • EM355 De student kan op basis van afstudeerspecifieke kennis een technisch gesprek voeren in verschillende talen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan zelfstandig analyseren van leerinhouden, verwerken van begrippen, concepten en structuren.
  • De student is in staat om een multidisciplinaire opdracht die inhoudelijk aansluit bij het toekomstige werkveld op te zetten, uit te werken en tot een goed einde te brengen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Alle credits verworven van het 1ste en 2de programmajaar professionele bachelor elektromechanica

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • Multiprojecten KLM
  • Stage

Andere begincompetenties
  • Uiterlijk op 16/11/09 in het bezit zijn van een goedgekeurd en door alle partijen ondertekend stage- & eindwerkovereenkomst .
  • Goedgekeurd en ondertekend eindwerkopdracht.

LEERINHOUDEN
  • Het eindwerk sluit de opleiding van bachelor elektromechanica af.
  • Het  is een multidisciplinaire opdracht waarmee de student bewijst dat hij rond een opgegeven onderwerp uit het werkveld een studie kan opzetten, uitvoeren en weergeven.
  • Het eindwerk  is een oefening in schriftelijk taalgebruik en rapportering.
  • Bij het eindwerk hoort een mondelinge presentatie en een verdediging voor een jury (lectoren en vertegenwoordigers van het werkveld).

STUDIEMATERIAAL
  • Stage- en eindwerksyllabus, departement elektromechanica
  • Cursussen van de volledige opleiding bachelor elektromechanica
  • Handleidingen en technische data aangeboden door het stage- & eindwerkbedrijf

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

389.33

 klokuren

  99,83

Verdere toelichting:
  • Informatiesessie in week 50.
  • Essay maken.
  • De student bezorgt het ingevulde document ‘omschrijving van de opdracht’ aan zowel de bedrijfsbegeleider, zijn/haar Eindwerkbegeleider en de opleidingscoördinator uiterlijk op 15 maart 2010.
  • Minimum twee begeleidingsmomenten tussen eindwerkbegeleider en student. Dit gebeurt op eigen initiatief en wordt bij voorkeur op de terugkomdagen georganiseerd.
  • Het eindwerk wordt in de eerste examenperiode, in viervoud, bij de opleidingscoördinator ingeleverd uiterlijk 4 juni 2010 te 17.00 u.
  • Het eindwerk wordt in de tweede examenperiode, in viervoud, bij de opleidingscoördinator ingeleverd uiterlijk 30 augustus 2010 te 16.00 u.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Productevaluatie door bedrijfsbegeleider a.d.h.v. het Evaluatieraster-Eindwerk (10%).
  • Procesevaluatie door eindwerkbegeleider a.d.h.v. de Evaluatietabel-Eindwerkcoaching (10%).
  • Evaluatie door jury bestaande uit 2 lectoren en 2 specialisten uit  het beroepsveld a.d.h.v. Evaluatieraster-Eindwerkverdediging (80%).
  • De presentatie van het eindwerk duurt max. 30 minuten en wordt afgesloten met 10 minuten vraagstelling door de jury.
  • Minimum twee begeleidingsmomenten verplicht tijdens de eindwerkperiode. Indien hieraan niet voldaan is kan de verdediging verwezen worden naar de tweede examenperiode.
  • Raadpleeg de Stage- en eindwerksyllabus voor een meer gedetailleerde informatie ivm evaluatie van het eindwerk.
  • Eindwerk wordt uitgesloten van de automatische compensatieregels zoals bepaald in de departementale aanvulling van het onderwijs-en examenreglement.

tijd voor examinering
uren
0.67

%
 
 00,17

Tweede examenperiode
  • Productevaluatie door bedrijfsbegeleider a.d.h.v. het Evaluatieraster-Eindwerk (10%).
  • Procesevaluatie door eindwerkbegeleider a.d.h.v. de Evaluatietabel-Eindwerkcoaching (10%).
  • Evaluatie door jury bestaande uit 2 lectoren en 2 specialisten uit  het beroepsveld a.d.h.v. Evaluatieraster-Eindwerkverdediging (80%).
  • De presentatie van het eindwerk duurt max. 30 minuten en wordt afgesloten met 10 minuten vraagstelling door de jury.
  • Raadpleeg de Stage- en eindwerksyllabus voor een meer gedetailleerde informatie ivm evaluatie van het eindwerk.
  • Eindwerk wordt uitgesloten van de automatische compensatieregels zoals bepaald in de departementale aanvulling van het onderwijs-en examenreglement.