ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Elektromechanica - 3KLM - Onderdelen - Multiprojecten KLM
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: EM:Elektromechanica
Code: 30250
Academiejaar: 2009-2010
Type: kernondersteunend
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 7
Aantal studiepunten: 6
Wegingscoëfficient: 6
Totaal aantal contacturen: 71
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Pauw Erik
Debeuf Peter
Duschek Cois
Lemmens Marc
Lintermans Marc
Van Grieken Geert
Vangrunderbeek Olivier


 

KORTE OMSCHRIJVING

In de multiprojecten ga je jouw polyvalente competenties, verworven in de eerste twee jaren van je opleiding, inzetten rond ‘geconstrueerde beroepsopdrachten’. Opdrachten die veel korter de realiteit van het toekomstige werkveld benaderen en die je zoals in de praktijk veelal in teamverband aanpakt.
 
De multiprojecten bevatten twee ‘in-huis’ projecten en één ‘uit-huis’ project die je tijdens de industriële projectweek uitwerkt. 
In de ‘in-huis’ projecten gaan we de muren tussen de labo’s spreekwoordelijk ‘slopen’ en werk je aan vakoverschrijdende opdrachten maar binnen een team van studenten van je afstudeerrichting. 
In het ‘uit-huis’ project werk je daarentegen in een team dat multidisciplinair is samengesteld en rond een opdracht die door de industrie wordt aangeleverd. 
 
Na iedere opdracht krijg je een gepaste feedback zodat je dit kan meenemen als leerpunten voor de volgende opdracht en stage.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
  • EM102 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren en presenteren/ de student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
  • EM103 Doelgericht leren (evalueren) van je eigen handelingen (er positieve en negatieve kanten in identificeren) en gericht werken aan verbeteringen (leerpunten formuleren).
  • EM104 De student kan in een multidisciplinaire groep en vanuit zijn specifieke optie-(afstudeer)achtergrond een bijdrage leveren aan de totstandkoming van het gewenste resultaat / de student kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
  • EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
  • EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
  • EM107 De student kan, op basis van zijn multidisciplinaire en afstudeerspecifieke kennis, communicatie met opdrachtgevers/klanten/ontwikkelaars/productiemedewerkers ontwikkelen en onderhouden.
  • EM108 De student is in staat om, vanuit een basishouding van leven(s)lang leren, zelfstandig een leerdoel en leerstrategie te bepalen, uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • EM209 De student kan zich vlot in een groep/team integreren zodat hij/zij snel en efficiënt kan deelnemen aan de taken.
  • EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
  • EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
  • EM212 De student kan bij beroepsmatige en ethische dilemma's (bv. de verhoging van de productiviteit door minder veilig te werken) een afweging maken op basis van gedegen maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden, en een besluit nemen.
  • EM213 De student kan in snel veranderende werkomstandigheden en op basis van zijn/haar doorzettingsvermogen, prestatiegericht werken.
  • EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakamanschap) uit te voeren / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
  • EM215 De student kan (ook onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden) effectief blijven functioneren door de taken goed te plannen en organiseren.
Beroepsspecifieke competenties
  • EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
  • EM319 De student is in staat om wijzigingen aan HVAC- en koelinstallaties uit te voeren.
  • EM322 De student kan de basiscontroles in het kader van het opstarten van de HVAC- en koelinstallatie conform aan de opleveringsvoorwaarden uit te voeren.
  • EM323 De student is in staat om HVAC- en koelsystemen volgens bedrijfstechnische specificaties op te stellen.
  • EM328 De student is in staat om periodiek- en storingsonderhoud uit te voeren op HVAC en koelinstallaties.
  • EM330 De student is in staat om, op basis van machinehistoriek of contructeursgegevens, preventieve onderhoudsplannen op te stellen, uit te voeren en bij te sturen.
  • EM335 De student is in staat om de HVAC- en koeltechnische systemen in te regelen in het kader van het lastenboek en/of de gebruikersbehoefte
  • EM336 De student is in staat om energiewinsten en -verliezen te bepalen a.d.h.v. bouwfysische gegevens, lastenboeken en normen.
  • EM337 De student is in staat om de meest voorkomende HVAC- en koelinstallaties te dimensioneren, te selecteren en de bijhorende installatieschema's op te stellen en te verwerken tot een technisch dossier.
  • EM340 De student is in staat om specifieke metingen (excl. brandermetingen) uit te voeren en de meetresultaten ervan te interpreteren.
  • EM342 De student is in staat om door gebruik te maken van de huidige stand van de techniek een veelvoud aan data en parameters te verzamelen, te visualiseren, te bewaken en te bewaren, met de bedoeling ze bruikbaar te maken voor de proceseigenaars/procestechnologen.
  • EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  1. Student is in staat om als een beginnend beroepsbeoefenaar, binnen een gegeven beroepscontext en met de beschikbare middelen, een maatschappelijk verantwoorde technische oplossing te formuleren, uit te werken en in dienst te nemen.
  2. Student kan zijn kennis en vaardigheden uit verschillende domeinen integreren en toepassen op het juiste moment en in een gegeven context.
  3. Student is in staat om zelf leerdoelen te formuleren
  4. Student is in staat om relevante literatuur op te zoeken, te verwerken en toe te passen.
  5. Student bezit de nodige sociale vaardigheden om in teamverband te werken aan een gemeenschapelijk project
  6. Student is in staat om te reflecteren over de behaalde resultaten en verbeterdoelen te formuleren

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Alle credits van het 1st en 2de programmajaar

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • Energiewisselaars
  • Koeltechnieken
  • Bouwakoestiek

Andere begincompetenties
  • Geen

LEERINHOUDEN
  • Leerinhouden van de opleidingsonderdelen in het eerste, tweede en derde programmajaar, departement elektromechanica.

 


STUDIEMATERIAAL
  • Cursussen, departement elektromechanica, 1EM-2KLM-3KLM.
  • Relevante vakliteratuur en websites, technische specificaties van diverse fabrikanten.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

6

 lesuren

  03,85

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

63

 lesuren

  40,38

studietijd buiten contacturen:

85

 klokuren

  54,49

Verdere toelichting:
  • Bij de start van de multiprojecten lopen infosessies waarbij de doelstellingen van de multiprojecten, het projectmatig werken, opstellen van mindmaps en MS-projects worden toegelicht.
  • De in & uit-huis probleemtaken worden in teamverband uitgewerkt. Lectoren treden op als coaches, niet als lesgevers.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • (75 % van de punten) De 'in-huis' projecten worden op vier niveaus geëvalueerd. Deze zijn praktijkniveau, methodisch niveau, conceptueel niveau, en sociaal-ethisch niveau. De beoordeling gebeurt op basis van de project databoeken, de presentatie van één van de uitgewerkte projecten en de peer-assessments.
  • (25% van de punten) Bij het 'uit-huis' project ligt de nadruk zowel op het proces als op de technische oplossing. De beoordeling gebeurt op basis van een evaluatie van de projectmethodiek, de groepsverdediging en peer-assessment.
  • Score van peer-assessment wordt omgezet naar een factor, die als vermenigvuldiger wordt gebruikt van het behaalde cijfer van het projectdataboek  bij de ‘in-huis’ projecten en  van de projectmethodiek en presentatie van het 'uit-huis' project (meer gedetailleerde informatie kan je vinden in de syllabus Multiprojecten en Industriële projectweek).
  • Het uitgewerkte project moet het resultaat zijn van eigen werk dat ontwikkeld is binnen dezelfde groep. Samenwerken tussen twee of meerdere groepen voor een deel of het volledig project is m.a.w. niet toegelaten.

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 01,28

Tweede examenperiode
  • Geen