ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Journalistiek - 3JOU - Onderdelen - Praxis 2: redactieperiode
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: JO:Journalistiek
Code: 30263
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Semester 2
Aantal studiepunten: 15
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 390
Totaal studietijd: 390
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: niet mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van de Venne Inge


 

KORTE OMSCHRIJVING
We bouwen de lokalen om tot redactieruimtes met het nodige "equipment". Samen met je medestudenten word je ingedeeld in volledig autonome redacties. Jullie staan onder druk van deadlines. Van pre- tot postproductie zijn jullie verantwoordelijk voor radioreportages, televisiemagazines, kranten of tijdschriften. Met je redactieteam bewijs je dat je helemaal klaar bent voor het professionele leven. Daarom worden alle producten telkens geëvalueerd door een of meer vakspecialisten.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JO101 De student kan strategisch redeneren.
  • JO102 De student kan creatief denken.
  • JO103 De student kan meertalig communiceren.
  • JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  • JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JO206 De student kan teamgericht werken.
  • JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  • JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
Beroepsspecifieke competenties
  • JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  • JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  • JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  • JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  • JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  • JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  • JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  • JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  • JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
  • JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  • JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur: vlot communiceren voor micro en camera, vertrouwd zijn met radiotaal.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
De student kan individueel en in team werken aan een journalistiek eindproduct.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Volledig programmajaar 2 JOU.


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
geen
LEERINHOUDEN
  • Wat komt er allemaal kijken bij het maken van een 'goede' krant/ 'goed' tijdschrift.
  • Wat komt er allemaal kijken bij het maken van een goede televisiereportage en /of televisie-nieuwsitem.
  • Wat komt er allemaal kijken bij het maken van een goede radioreportage.
  • Het organiseren van redactievergaderingen.
  • Research.
  • Het schrijven van teksten .
  • Het selecteren van nieuws.
  • Het opmaken van bladen .
  • Het filmen van een item .
  • Het selecteren van beelden.
  • Het monteren van een goede reportage.
  • Het opnemen van klankmateriaal.
  • Het monteren van een goede radioreportage .

STUDIEMATERIAAL
  • kranten.
  • tijdschriften.
  • radio.
  • televisie.
  • internet/nieuwsites .

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

390

 lesuren

  100,00

studietijd buiten contacturen:

 klokuren

  00,00

Verdere toelichting:
  • Studenten werken in redacties en onder begeleiding van een lector/coach.
  • Maken van kranten tijdschriften.
  • Maken van televisiereportage/ nieuwitems voor het journaal.
  • Maken van radioreportages.
  • Feedback .

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Zie bundel. Je krijgt die bundel in papieren versie in bij aanvang van de redactieperiode.

Permanente evaluatie + cijfer op de verschillende producten ( tussentijdse evaluaties).

Praxisperiode 2 is een kernvak. Dat betekent dat een onvoldoende niet delibereerbaar is.

 


tijd voor examinering
uren
0

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
Geen.