ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Journalistiek - 3JOU - Onderdelen - Redactie 3: gedrukte media
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: JO:Journalistiek
Code: 00274
Academiejaar: 2009-2010
Type: keuze
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Semester 1
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 1
Totaal aantal contacturen: 48
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: niet mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Frateur Wouter


 

KORTE OMSCHRIJVING

Tijd voor het grote werk. Je gaat op zoek naar onderwerpen voor beklijvende reportages en diepgaande achtergrondartikels. Daartoe zal je steeds meer de deur uit moeten. Intussen blijf je werken aan een rijke taal door een kritische confrontatie met je eigen teksten.

Je werkt bovendien met een kleine redactie aan een nummer voor een themamagazine: politiek, cultuur, wetenschap, sport, ...

En als extra uitdaging versla je de VRT-Taaldag. Een keur aan journalisten, politici, acteurs, schrijvers, onderzoekers, ... gaan met elkaar in debat over taal, taalgebruik, taalevolutie. Jij maakt van alle interventies verslagen die op vrttaal.net, dé taalsite bij uitstek, verschijnen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JO101 De student kan strategisch redeneren.
  • JO102 De student kan creatief denken.
  • JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  • JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JO206 De student kan teamgericht werken.
  • JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
Beroepsspecifieke competenties
  • JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  • JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  • JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  • JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  • JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  • JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  • JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  • JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  • JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

De student kan als een professioneel journalist functioneren: ideeën en invalshoeken voor teksten aanbrengen, verantwoordelijkheid voor eigen teksten opnemen (voorbereiding en productie), eindredactie op teksten uitvoeren. Die vaardigheden combineert hij om met een kleine redactie een themamagazine te maken.

De student kan verschillende genres voor verschillende doelgroepen aan: reportage, achtergrondverhaal, interview.


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Het volledige programmajaar 2 JOU.


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Geen.
Andere begincompetenties
Geen.
LEERINHOUDEN

Productie van reportages.

Productie van achtergrondverhalen.

Productie van nieuwsverslagen.

Productie van opiniestukken.

Uitwerking van een format voor een magazine.


STUDIEMATERIAAL

Teksten die de lector aanbrengt.

L. Permentier. Stijlboek Voor wie helder wil schrijven. Roularta books, Roeselare, 2008.

T. en M. Verleyen. Horen, zien en journalistiek schrijven.Wolters Plantyn, Mechelen, 2006.


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

12

 lesuren

  09,23

practicum en oefeningen:

18

 lesuren

  13,85

vormen van groepsleren:

18

 lesuren

  13,85

studietijd buiten contacturen:

82

 klokuren

  63,08

Verdere toelichting:
Geen.

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Permanente evaluatie: 100%. daarvan staat 50% op het magazine (25% op product en 25% op proces) en 50% op de andere opdrachten.

Opmerkingen:

Alle schrijfopdrachten worden op basis van volgende criteria geëvalueerd: correct taalgebruik, aantrekkelijkheid op het vlak van inhoud en redactionele aanpak (koppen, intro's, streamers, bijschriften, kaderstukjes, ...), voldoen aan de eisen van het journalistieke genre (reportage, achtergrondverhaal, nieuwsverslag).

Van het magazine wordt bovendien de globale aanpak geëvalueerd: cover, inhoudstafel, 'ritme', onderwerpen en invalshoeken, fotografie, lay-out.

Voor een werkstuk dat te laat, of niet, wordt afgegeven krijgt de student een 0 op het deelexamen. De scores van het deelexamen worden mathematisch opgeteld.

Wie driemaal niet deelneemt aan redactievergaderingen voor het themamagazine, krijgt een 0 voor de product- én procesevaluatie van het magazine.

Studenten moeten aan alle extra muros activiteiten in het kader van de opleiding deelnemen. Bij niet-deelname verliest de student een aantal punten van zijn totaalscore. De deliberatiecommissie bepaalt het aantal punten.

Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 tot en met 97 van het OER)

De bovenstaande 6 opmerkingen gelden ook voor de tweede examenperiode.

Opgelet: voor een zware spelfout verlies je 3 van de 20 punten die je voor dat deelexamen kan behalen, zowel in de eerste als in de tweede examenperiode!


tijd voor examinering
uren
0

%
 
 00,00

Tweede examenperiode

Een opdracht die je op het studiebegeleidingsmoment met de lector afspreekt. Je zal een mini-themamagazine moeten maken: tekstredactie, fotoredactie en lay-out.

!Opgelet: voor een zware spelfout verlies je 3 van de 20 punten die je voor dat deelexamen kan behalen, zowel in de eerste als in de tweede examenperiode!