|
|
Component behoort tot O.O.: |
ICT en onderzoek |
Afstudeerrichting: |
JO:Journalistiek |
Code: |
20258 |
Academiejaar: |
2009-2010 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
Semester 1-2 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
50 |
Totaal aantal contacturen: |
14 |
Totaal studietijd: |
52 |
Deeltijds programma: |
deel 1 of 2 |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Mairiaux Philippe
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Steeds meer bedrijven verwachten van hun werknemers dat ze met de computer kunnen werken. Logisch dus dat je één van de meest universele besturingsprogramma's, Windows, kent als je broekzak. Excel zitten je in de vingers. Een presentatie geef je voortaan met PowerPoint.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De studenten kunnen logische problemen uit de praktijk oplossen met excel. Vervolgens kunnen ze grafieken vanuit verwerkte en niet verwerkte gegevens maken. Verder kunnen ze gegevensbanken manipuleren in excel. Ze kunnen de opmaak toepassen in excel. Ze kunnen een diavoorstelling met PowerPoint maken en uiteindelijk een mail-merge creëren met Word en Excel.
|
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Eigen cursus.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
22,22
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
25,93
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
13
|
klokuren
|
48,15
|
Verdere toelichting:
Geen.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Openboek examen op computer in de vorm van meerkeuzevragen. De student krijgt een zeker aantal meerkeuzevragen. Hij mag daarvoor zijn boeken, cursussen en andere notities gebruiken en mag tijdens het examen Excel eveneens gebruiken.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Openboek examen op computer in de vorm van meerkeuzevragen. De student krijgt een zeker aantal meerkeuzevragen. Hij mag daarvoor zijn boeken, cursussen en andere notities gebruiken en mag tijdens het examen Excel eveneens gebruiken.
|
|
| |
|