ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Journalistiek - 2JOU - Onderdelen - Radio
  

Component behoort tot O.O.: Redactie 2: audiovisuele media
Afstudeerrichting: JO:Journalistiek
Code: 20238
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Semester 1-2
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 33
Totaal aantal contacturen: 26
Totaal studietijd: 34,32
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Vanderhaeghen Wilfried


 

KORTE OMSCHRIJVING

Je leert teksten in spreektaal schrijven voor woorditems zoals presentatie, nieuws, agenda en een verslag. Je vlekkeloos Nederlands kan je daarna in de praktijk brengen tijdens een aantal radio-uitzendingen die je in kleine groepjes produceert op de campusradio. Tijdens de eerste contacturen worden voorbeelden besproken, later worden de gemaakte radio-uitzendingen per team geëvalueerd.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JO101 De student kan strategisch redeneren.
  • JO102 De student kan creatief denken.
  • JO103 De student kan meertalig communiceren.
  • JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  • JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JO206 De student kan teamgericht werken.
  • JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
Beroepsspecifieke competenties
  • JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  • JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  • JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  • JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  • JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  • JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  • JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  • JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
  • JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  • JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur: vlot communiceren voor micro en camera, vertrouwd zijn met radiotaal.
  • JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan de juiste taal hanteren bij de aanmaak van nieuws, agenda, verslag en presentatie.
  • De student kan informatie verzamelen, selecteren en bewerken voor de aanmaak van nieuws, agenda, verslag en presentatie.
  • De student kan de hogervermelde items op de juiste manier inspreken tijdens een radio-uitzending.
  • De student kan zelfstandig in de radiostudio werken.
LEERINHOUDEN
  • Opbouw van een nieuwsbericht, een agenda, een verslag en presentatie voor radio.
  • Uitschrijven van een nieuwsbericht, een agenda, een verslag en presentatie voor radio.
  • Inspreken van een nieuwsbericht, een agenda, een verslag en presentatie tijdens een radio-uitzending.
  • Woordkeuze, zinsbouw, volgorde van informatie voor radio.
  • Correct, vlot en natuurlijk spreken voor radio.

STUDIEMATERIAAL
P. Pelgrims. Journalistieke Radio- en TV-teksten schrijven. Uitgeverij Lannoo. Tielt, 2005
WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

4

 lesuren

  04,65

practicum en oefeningen:

18

 lesuren

  20,93

vormen van groepsleren:

4

 lesuren

  04,65

studietijd buiten contacturen:

60

 klokuren

  69,77

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • 100% individuele productevaluatie.
  • Ten minste 4 producten.
  • Evaluatie op gebied van schrijven en spreken.
  • Afwezigheid bij evaluatie moet gewettigd zijn met een medisch attest: het origineel bezorgt de student aan het studentensecretariaat, een kopie aan de lector, en dat binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Dan kan de student een afspraak maken met de lector over het tijdstip en de wijze waarop hij de test kan inhalen. Indien de student binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, is hij ongewettigd afwezig en krijgt hij geen punten op dat deelexamen.
  • Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels 94 tot en met 97 van het OER.

tijd voor examinering
uren
0

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
  • Radio-uitzending van 20 minuten met volgende woordbijdragen: presentatie, nieuws, agenda en verslag.
  • 100% individuele productevaluatie.
  • Evaluatie op gebied van schrijven en spreken.
  • Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels 94 tot en met 97 van het OER.