ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Journalistiek - 1JOU - Onderdelen - Filosofie
  

Component behoort tot O.O.: Filosofie & Recht
Afstudeerrichting: JO:Journalistiek
Code: 10240
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Semester 1-2
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 50
Totaal aantal contacturen: 42
Totaal studietijd: 52
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): de Boer Eefje


 

KORTE OMSCHRIJVING
Je wordt uitgedaagd in verband met enkele fundamentele vragen van het leven. Je kiest een plaats tussen de grote denkers in onze westerse filosofie, en verdedigt die plaats. We grijpen terug naar het klassieke doel van onderwijs: wijsheid en meesterschap over jezelf te leren.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JO101 De student kan strategisch redeneren.
  • JO102 De student kan creatief denken.
  • JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  • JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
Beroepsspecifieke competenties
  • JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  • JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  • JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  • JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  • JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

De student heeft een ruime kijk op de wereld en volgt de maatschappelijke trends. De student kan probleemoplossend analyseren en strategisch denken. De student kan het ontstaan van de Westerse rationaliteit uitleggen.

  • De student kan zich kritisch opstellen tegenover het hedendaags "common sense" denken.
  • De student kan eigen mens- en wereldbeeld kritisch plaatsen.
  • De student beschikt over een verfijnd arsenaal om zingevingsvragen evenwichtig te verwoorden.
  • De student kan vanuit de analyse van de eigen traditie, problemen rond de confrontatie met niet-Europese mens- en wereldbeelden duiden.
  • De student kan met de aangereikte denkkaders de actualiteit benaderen.
LEERINHOUDEN
  • De cursus geeft een overzicht van de belangrijkste filosofische problemen, de voorgestelde oplossingen, en de samenhang ervan met de ontwikkeling van de Westerse cultuur.
  • Algemeen menselijke vragen, zoals ze geformuleerd werden gedurende 2500 jaar komen ter sprake: het zoeken en twijfelen rond de oorsprong van mens en wereld, rond het onderscheid tussen goed en kwaad, rond de zin van het bestaan.
  • Het klassiek filosofisch gedachtengoed wordt geconfronteerd met hedendaagse stellingnames en met actuele vraagstukken.
  • Speciale aandacht gaat uit naar het kentheoretisch probleem.
  • Tijdens de werkcolleges wordt de geziene leerstof toegepast op actuele problemen, en worden examenvragen ingeoefend.


STUDIEMATERIAAL
  • Kristin Meerts, Filosofie, cursus.
  • A. De Botton, De troost van de filosofie, 2009.
  • L. Abicht, Filosofie is voor iedereen. Inleiding op 2500 jaar denken, Leuven, 1992.
  • D. Palmer, Filosofie voor beginners. Het ondraaglijk gewicht van de filosofie lichter gemaakt, Utrecht, 1999 (niet verplicht).

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

22

 lesuren

  37,29

practicum en oefeningen:

12

 lesuren

  20,34

vormen van groepsleren:

6

 lesuren

  10,17

studietijd buiten contacturen:

17

 klokuren

  28,81

Verdere toelichting:

Naast de wekelijkse hoorcolleges worden een aantal werkcolleges ingericht in kleinere groep. Tijdens de werkcolleges kan de leerstof terug worden uitgelegd, worden examenvragen en oplossingsmethoden ingeoefend, wordt over de leerstof gediscussieerd, en wordt de band met de actualiteit uitgediept.


EVALUATIE

Eerste examenperiode

Mogelijkheid1: Schriftelijk examen op het einde van het tweede semester: kennisvraag wordt gekoppeld aan inzicht aan de hand van een actualiteitsprobleem.


Mogelijkheid2: De studenten kunnen, indien zij dat wensen, tegen 11 januari 2010 een vervangende taak maken. Zie memo: Lessen en evaluatie filosofie in 1JOU.

Filosofie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel: een tekort voor één van de samenstellende componenten levert altijd een tekort op voor het volledige opleidingsonderdeel.  Zelfs al zou het mathematische gemiddelde van de scores voor de verschillende componenten een cijfer boven of gelijk aan tien opleveren, toch verschijnt er dan voor het gehele opleidingsonderdeel op het rapport ten hoogste een negen. Bovendien wordt er dan bij de deliberatie gekeken naar het tekort voor de betrokken component. Indien een student geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet hij herkansen voor de component(en) waarvoor hij een tekort haalde. De component waarvoor hij een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar een volgende examenperiode van hetzelfde academiejaar of van het volgende academiejaar. Opgelet, deze overdracht geldt maar voor het volgende academiejaar. Daarna vervalt de overdracht en moet de component opnieuw geëvalueerd worden.


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 03,39

Tweede examenperiode

Schriftelijk examen: kennisvraag wordt gekoppeld aan inzicht aan de hand van een actualiteitsprobleem.

Filosofie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel: een tekort voor één van de samenstellende componenten levert altijd een tekort op voor het volledige opleidingsonderdeel.  Zelfs al zou het mathematische gemiddelde van de scores voor de verschillende componenten een cijfer boven of gelijk aan tien opleveren, toch verschijnt er dan voor het gehele opleidingsonderdeel op het rapport ten hoogste een negen. Bovendien wordt er dan bij de deliberatie gekeken naar het tekort voor de betrokken component. Indien een student geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet hij herkansen voor de component(en) waarvoor hij een tekort haalde. De component waarvoor hij een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar een volgende examenperiode van hetzelfde academiejaar of van het volgende academiejaar. Opgelet, deze overdracht geldt maar voor het volgende academiejaar. Daarna vervalt de overdracht en moet de component opnieuw geëvalueerd worden.