ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Communicatiemanagement - 3PRV - Onderdelen - Wetgeving en deontologie van de PR
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: CM:Communicatiemanagement
Code: 3PR36
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Semester 1
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 1
Totaal aantal contacturen: 31
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Frenssen Roger


 

KORTE OMSCHRIJVING
In de public relations en voorlichting mag je best creatief zijn. Maar niet alles kan. Er zijn grenzen die de overheid en de beroepssector opleggen. Af en toe een ethische reflex aan de dag leggen zal niemand kwaad doen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • CM101 De student kan strategisch redeneren.
  • CM102 De student kan creatief denken.
  • CM104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • CM207 De student kan oplossingsgericht werken.
  • CM208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
Beroepsspecifieke competenties
  • CM310 De student heeft een ruime kijk op de wereld en volgt de maatschappelijke trends.
  • CM312 De student kan doelgericht relevante informatie verzamelen, kritisch beoordelen en verwerken.
  • CM315 De student kan de voor het communicatieplan relevante doelstellingen verwoorden en de beoogde doelgroep omschrijven.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan de organisaties en de instellingen die waken over de juridische en deontologische aspecten van communicatie herkennen.
  • De student kan de waarden en normen van de codes op concrete cases toepassen.
  • De student kan de argumenten pro en contra wetgeving of deontologie formuleren.
  • De student kan zijn mening  omtrent de issues formuleren.


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
Geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Geen
Andere begincompetenties
Geen
LEERINHOUDEN
  • Bedrijfsethiek en beroepsethiek
  • Deontologie in de PR-sector
  • Verhouding tussen PR en pers
  • Bescherming van creatief werk

     


  • STUDIEMATERIAAL
    Syllabus
    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    10

     lesuren

      12,35

    practicum en oefeningen:

    20

     lesuren

      24,69

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    50

     klokuren

      61,73

    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Paper 1: 5/20 p.
    • Paper 2: 5/20 p.
    • Voor een paper die niet of te laat wordt afgegeven, krijgt de student een 0 op het deelexamen. De scores van de deelexamens worden mathematisch opgeteld.
    • Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet.  Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft.
    • Mondeling examen op 10/20 p., over de geziene leerstof en over de papers die door de student werden gemaakt. Het examen omvat vragen, waarin  naar kennis maar vooral naar inzicht wordt gepeild.
       

    tijd voor examinering
    uren
    1

    %
     
     01,23

    Tweede examenperiode
  • Mondeling examen op 20/20 p., over de geziene leerstof, waarin naar kennis maar vooral naar inzicht wordt gepeild.