ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Communicatiemanagement - 2PRV - Onderdelen - WS4 Communicatieanalyse
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: CM:Communicatiemanagement
Code: 20280
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Semester 2
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 2
Totaal aantal contacturen: 57
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Berghmans Linda
Debandt Willy
Dreessen Kristel
Hye Dirk
Jespers Gerd
Robijns Iris


 

KORTE OMSCHRIJVING
Je bestudeert in groep een belangrijke organisatie uit de economische, sociale of culturele sector. De doorlichting van de organisatie omvat haar economische positie, haar marketingbeleid, haar communicatiebeleid en -boodschappen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • CM101 De student kan strategisch redeneren.
  • CM104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • CM206 De student kan teamgericht werken.
  • CM207 De student kan oplossingsgericht werken.
Beroepsspecifieke competenties
  • CM309 De student kan probleemoplossend analyseren en strategisch denken.
  • CM312 De student kan doelgericht relevante informatie verzamelen, kritisch beoordelen en verwerken.
  • CM313 De student kan zelfstandig en teamgericht werken.
  • CM314 De student kan ten behoeve van een communicatievraag een probleemanalyse uitvoeren.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan een organisatie doorlichten met betrekking tot het algemene beleid, de algemene organisatie en specifiek de gevoerde communicatie.
  • De student kan een overzicht maken van een sector: grote spelers, marktaandelen, aanverwante sectoren, enzovoort.
  • De student kan door middel van mediamonitoring issues met betrekking tot de sector onderscheiden.
  • De student kan bedrijfseconomische gegevens interpreteren omtrent bedrijven of instellingen.
  • De student kan onderscheid maken tussen algemene beleidsmaatregelen en specifieke communicatiemaatregelen.
  • De student kan een productmix opstellen.
  • De student kan de randvoorwaarden die concreet in de sector meespelen, onderscheiden.
  • De student kan een organogram opstellen en interpreteren.
  • De student kan een mediamatrix opstellen voor de interne en externe communicatie.
  • De student kan een kritische analyse maken van de gehanteerde communicatiemiddelen door middel van een vergelijkende studie.
  • De student kan kritisch omgaan met allerhande bronnen.
  • De student kan kritisch omgaan met de vorderingen van de andere groepsleden.
  • De student leert kritiek te verwerken en positief aan te wenden.
  • De student kan op een beleefde maar vastberaden manier interne informatie bekomen.
  • De student kan door middel van een gesprek heel specifieke inside-informatie te weten komen.
  • De student kan wetenschappelijk verantwoord rapporteren. Schriftelijk en mondeling.

 


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Communicatiemanagement
  • Economie en marketing
  • Communicatie, de theorie
  • Nederlands 1

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Geen
Andere begincompetenties
Geen
LEERINHOUDEN
De studenten maken in groepen van 2 of 3 een wetenschappelijk verslag (15blz) van hun studie van enkele grote spelers uit een bepaalde economische, sociale of culturele sector.
3 studenten bespreken 1 bedrijf. Samen met 2 andere groepen vormen zij 1 sector.
Zie workshopbundel voor de concrete opdrachten.

STUDIEMATERIAAL
  • Handleiding
  • Jaarverslagen van de bedrijven

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

5

 lesuren

  06,10

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

50

 lesuren

  60,98

studietijd buiten contacturen:

25

 klokuren

  30,49

Verdere toelichting:

De facetten van de workshop zijn :

  • PR en voorlichting
  • Communicatiesociologie
  • Bedrijfsbeleid
  • Marketing
  • Nederlands

 


EVALUATIE

Eerste examenperiode

De studenten maken:
  • een wetenschappelijk verslag van een bedrijf
  • De studenten stellen een knipselmap samen en voeren hierop een analyse uit  
  • De studenten geven een bundel met vergaderverslagen af
    • PR&V                           20 ptn
    • Communicatiesociologie 20 ptn
    • Bedrijfsbeleid                20 ptn
    • Marketing                     20 ptn
    • Nederlands                   20 ptn
  • De student moet om te slagen voor de WS 50% op het totaal halen en  minstens 40% per facet.
  • Voor een werkstuk / taak dat niet of te laat wordt afgegeven krijgt de student een 0 op het deelexamen. De scores van deelexamens worden mathematisch opgeteld.
  • Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet.  Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in artikels 94 tot en met 97 van het OER.)
  • Voor het facet Nederlands bestaat een exhaustieve lijst met zware fouten.  Voor deze fouten wordt 1 punt op de totaalscore afgetrokken. 
  • Werkwijze en evaluatie van opdrachten staan uitgelegd in de workshopbundel. 
  • Wie 3 maal afwezig is tijdens de procesbegeleiding (= lessen of andere contacten), krijgt een 0 voor het facet dat dan begeleid wordt. Medische attesten gelden niet als verzachtende omstandigheid.

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,44

Tweede examenperiode

Indien de student niet geslaagd is voor de workshop, moet hij /zij alle facetten waarvoor hij/ zij niet geslaagd was, terug afleggen in de tweede examenperiode.Procesbewaking is tijdens de vakantie onmogelijk. Daarom wordt het proces, ondanks het belang ervan, tijdens de tweede examenperiode niet beoordeeld.
Punten voor een facet / de facetten waarvoor de student in de eerste examenperiode een voldoende behaalde, worden overgedragen naar de tweede examenperiode.
Het facet waarvoor de onvoldoende werd behaald, wordt in tweede examenperiode opnieuw afgelegd.