|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee luiken: een onderdeel recht en een onderdeel deontologie. In het eerste deel verwerf je inzicht in een van de oudste wetenschappen van onze cultuur: je leert begrijpen hoe de verschillende gerechtelijke instanties werken en je leert omgaan met relevante juridische terminologie. In het tweede deel leer je inzien dat je in reclame weliswaar creatief mag zijn, maar dat niet alles kan. Er zijn grenzen die de overheid en de beroepssector opleggen. Af en toe een ethische en juridische reflex aan de dag leggen zal niemand kwaad doen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CM101 De student kan strategisch redeneren.
- CM102 De student kan creatief denken.
- CM104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CM207 De student kan oplossingsgericht werken.
- CM208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CM310 De student heeft een ruime kijk op de wereld en volgt de maatschappelijke trends.
- CM312 De student kan doelgericht relevante informatie verzamelen, kritisch beoordelen en verwerken.
- CM313 De student kan zelfstandig en teamgericht werken.
- CM318 De student kan een communicatieplan plaatsen en verantwoorden in zijn maatschappelijke context.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan zich oriënteren in de werking en de organisatie van het gerecht, en kan zich over deze werking en organisatie een eigen mening vormen.
- De student kan de belangrijkste regels en principes van het personen-, verbintenissen-, contractenrecht en zakenrecht formuleren en toepassen
- De student herkent de organisaties en de instellingen die waken over de juridische en deontologische aspecten van communicatie.
- De student kan de waarden en normen van de wetgeving en deontologische codes weergeven en toepassen op concrete cases.
- De student kan zijn mening hieromtrent formuleren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen
|
Andere begincompetenties
|
Geen.
|
LEERINHOUDEN
|
- Definitie, bronnen en indeling van het recht
- Werking van het gerecht
- De persoon en zijn rechten
- Verbintenissen- en contractenrecht
- Zakenrecht
- Bijzondere kwesties aangaande de grondwettelijke rechten
- Wet handelspraktijken
- Bijzondere kwesties aangaande intellectuele rechten
|
STUDIEMATERIAAL
|
Syllabus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
26
|
lesuren
|
26,64
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
69.6
|
klokuren
|
71,31
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Mondeling examen, waarin zowel naar kennis als naar inzicht wordt gepeild.
IT-studenten die in 2007 - 2008 geslaagd waren voor de component Recht behouden hun score die herleid wordt naar 10 punten.. Zij krijgen op het examen alleen vragen over Deontologie. Voor deze studenten staat dit examen op 10 punten.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Mondeling examen, waarin zowel naar kennis als naar inzicht wordt gepeild.
IT-studenten die in 2007 - 2008 geslaagd waren voor de component Recht behouden hun score die herleid wordt naar 10 punten.. Zij krijgen op het examen alleen vragen over Deontologie. Voor deze studenten staat dit examen op 10 punten.
|