|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je leert je communicatieve vaardigheden ten volle te ontplooien door je taalvaardigheid in het Nederlands, het Frans en het Engels in de praktijk te exploreren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CM101 De student kan strategisch redeneren.
- CM102 De student kan creatief denken.
- CM103 De student kan meertalig communiceren.
- CM104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- CM105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CM206 De student kan teamgericht werken.
- CM207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CM310 De student heeft een ruime kijk op de wereld en volgt de maatschappelijke trends.
- CM311 De student kan mondeling en schriftelijk vlot communiceren in verschillende talen.
- CM313 De student kan zelfstandig en teamgericht werken.
- CM315 De student kan de voor het communicatieplan relevante doelstellingen verwoorden en de beoogde doelgroep omschrijven.
- CM323 De student kan over zijn communicatieplannen persuasief communiceren in verschillende talen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan een verzorgde taal hanteren, zowel schriftelijk als mondeling in het Nederlands, het Frans en het Engels.
- De student kan tekstinhouden synthetiseren met een heldere weergave van de tekststructuur.
- De student kan een gestructureerd gesprek aangaan met een gevarieerde vraagstelling.
- De student kan een gestructureerde presentatie geven.
- De student kan duidelijk gestructureerde opleidingsgerichte teksten opstellen.
- De student kan duidelijk en kritisch rapporteren zowel schriftelijk als mondeling.
|
en dit voor de 3 talen |
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Uitbreiden van de woordenschat via lectuur van algemeen vormende teksten.
- Syntheseoefeningen maken.
- Ontwerpen van zakelijke teksten: oefeningen.
- Uitschrijven van zakelijke teksten: oefeningen.
- Zelfpresentatie doen.
- Mondeling en schriftelijk rapporteren.
- Oefenen op interviewtechnieken.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Bundel exploratiewerkvelden.
- Cursusmateriaal.
- On-line materiaal.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
11,36
|
practicum en oefeningen:
|
16
|
lesuren
|
18,18
|
vormen van groepsleren:
|
30
|
lesuren
|
34,09
|
studietijd buiten contacturen:
|
28
|
klokuren
|
31,82
|
Verdere toelichting:
De facetten van dit werkveld zijn Nederlands Frans Engels
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Permanente evaluatie (groepscijfer en individueel).
- Verdere werkwijze en evaluatie: zie bundel exploratieweken.
- Voor een werkstuk/deeltaak die niet of te laat wordt afgegeven, krijgt de student een 0 op dat deelexamen. De scores van de deelexamens worden mathematisch opgeteld.
- Wil je slagen voor een exploratieveld, dan moet je minstens een totaal van 50 % behalen en voor geen enkel facet minder dan 40 % van de punten behalen. Scoor je toch minder dan 40%, dan krijg je een sanctiecijfer op je rapport.
35% van de punten 7/20 30% van de punten 6/20 25% van de punten 5/20 20% van de punten 4/20 15% van de punten 3/20 10% van de punten 2/20 5% van de punten 1/20 0% van de punten 0/20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Indien je niet slaagt voor een exploratieveld, doe je in de tweede zittijd alle facetten terug waarvoor je niet geslaagd was. Je krijgt voor dit facet een individuele taak.
- Naar een bisjaar toe kan je geen overdrachten krijgen.
|