ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 
3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Opleidingsonderdelen
  
id onderdeelbenamingstudiepunten
3JMBJBankwezen/95
3JMBKVennootschapsrecht/94
3JMBLAnalyse van de jaarrekening/93
3JMBNVerzekeringen:zaken en personen/106
3JMBOVerzekeringen:krediet&rechtsbijstand/106
00547Frans3
00548Engels3
3JMBPStage en bedrijfsproject/11 & 1230
 

3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Bankwezen/9
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 3JMBJ
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 35
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Waumans Peter


 

KORTE OMSCHRIJVING
De bank als financieel tussenpersoon met de overheid, bedrijven en gezinnen als medespelers op de economische markt. Wat is haar juridisch statuut, aansprakelijkheid? Welke 'producten' verspreidt zij ?

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
  • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
  • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijke karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten.
  • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
  • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het handels en economisch recht en in de tendensen daarover in de rechtspraak.
  • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het handels en economisch recht en gerelateerde materies als opstarten van een onderneming, juridisch kader waarin de handelaar optreedt, vrijwillige of gedwongen stopzettingen handelscativiteit, handelspubliciteit, kartelvorming.
  • Vanuit grondig inzicht in de technieken en gevolgen van handeldrijven gepast advies kunnen geven in deze materies.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
Verslagen op kernachtige wijze verwoorden. Onmiddellijk de kern van het bijkomstige onderscheiden.

LEERINHOUDEN
  • Samenstellen van een kredietdossier.
  • Parameters die de bank gebruikt. 
  • Welke kredietlijnen bestaan er ?
  • Welke zekerheden vraagt de bank
  • Is de bankier een bevoorrechte schuldeiser ?
  • Onderscheid tussen financieren en leasing ?
  • Wat is factoring ?
  • Bankdocumenten: letter of credit, leveranciersdisconto,...

STUDIEMATERIAAL
  • Geld en beweging, Ced Samson
  • Documentatie via hoorcolleges 
  • H. De Muynck, Bank- en beurswezen in België, Academia Press, 2008 ISBn nummer 978 90 382 1229 6.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

10

 lesuren

  28,57

practicum en oefeningen:

25

 lesuren

  71,43

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

0

 klokuren

  00,00

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges met vraag en leergesprekken; ca 10 uur, de inbreng van de student via discussie is daarbij essentieel.
  • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten kennis, toepassingsvragen en cases.
  • Tevens zal in groep aan een opdracht worden gewerkt.
  • In week 4, 5 , 6 en 7 wordt gewerkt aan de individule taak; hoorcolleges worden vervangen in week 4 en 5 door monitoring. Deze monitoring kan doorgaan in de bibliotheek van de UA.
  • Week 7 wordt het werk afgegeven op vrijdag 12.00 stipt op een plaats medegedeeld tijdens de hoorcolleges.
  • Verplichte aanwezigheid
  • Schriftelijke verslagen enkel toegestaan op A4 formaat en getypt. Geen elektronische versie toegestaan.

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Mondeling examen:

één hoofdvraag op 10 punten en twee bijvragen telksen op 5 punten = 20 punten

10 minuten voorbereiding en 10 minuten bevraging = 20 minuten


tijd voor examinering
uren
0

%
 
 00,00

Tweede examenperiode

zie eerste examenperiode

 

 

3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Vennootschapsrecht/9
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 3JMBK
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 42
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Waumans Peter


 

KORTE OMSCHRIJVING
De Belgische vennootschappenwet wordt getoetst aan rechtspraak en rechtsleer. Tevens wordt rechtsvergelijking met Frankrijk en Nederland toegepast.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
  • JM105 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
  • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijke karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten.
  • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
  • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

De student moet de verschillende en verscheidene vennootschapsvormen kunnen onderscheiden aan de hand van complexe praktijksituaties. De student moet in staat zijn problemen binnen de werking van een vennootschap op een juridisch aanvaarde wijze te kunnen oplossen.


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties

Analyse van teksten en opmaken van verslagen.


LEERINHOUDEN

ontstaan van vennootschappen

werking en aansprakelijkheid van de organen

rechten en plichten van zaakvoerders/bestuurders en aandeelhouders

bijzondere procedures zoals belangenvermenging

behoorlijk vennootschapsbestuur

 

 


STUDIEMATERIAAL
  • Burgerlijk Wetboek
  • Vennootschappenwet
  • Handels- en economisch recht in hoofdlijnen Achtste editie, Eric Dirix, Yves Montangie, Hendrik Vanhees, 2008.
  • Vennootschapsrecht in kort bestek, Intersentia, ISBN nummer 978 90 5095 899 8
  • Ter beschikking gestelde documentatie
  • ppt en website Intersentia voor de werkoefeningen Vennootschappen in Kort bestel

 


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

21

 lesuren

  50,00

practicum en oefeningen:

21

 lesuren

  50,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

0

 klokuren

  00,00

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges en werkopdrachten voor individuele taken en groepswerken.
  • Week 5, en 6 hoorcolleges worden vervangen door monitoring; uitvoeren van eventuele opdrachten. Deze kunnen doorgaan op de UA bibliotheek.
  • Week 7 geen les, afgeven taken op vrijdag 12.00u stipt plaats wordt medegedeeld tijdens de hoorcolleges.
  • Aanwezigheid is verplicht
  • Schriftelijke taken enkel op A4 en getypt. Elektronische versies niet toegelaten.
  • ALLES moet gekend zijn voor het examen !

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Mondeling examen:

één hoofdvraag op 10 punten en twee bijvragen telkens op 5 punten = 20 punten

10 minuten voorbereiding en 10 minuten bevraging = 20 minuten


tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode

zie eerste examenperiode

 

 

3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Analyse van de jaarrekening/9
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 3JMBL
Academiejaar: 2009-2010
Type: kernondersteunend
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 53
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Stroobandt Patrick


 

KORTE OMSCHRIJVING

De jaarrekening wordt benaderd als het instrument om informatie te verkrijgen over de financiële gezondheid van een onderneming. Via een analyse van de cash flow en de ratioanalyse zullen de studenten een inzicht krijgen hoe een jaarrekening te interpreteren.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
  • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
  • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
  • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
  • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Beschikken over het nodige inzicht in alle onderdelen van een jaarrekening 
  • Kunnen omgaan met de ratio's, besluiten treffen op basis van de ratio's.
  • De aparte elementen, waaruit een jaarrekening is opgebouwd, kunnen duiden.
  • Vertrekkend uit de gegevens van een jaarrekening een advies over het bedrijf kunnen uitbrengen.

  • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    Kennis van het dubbel boekhouden


    LEERINHOUDEN

    - Bespreking van de jaarrekening (balans, resultatenrekening, toelichting en sociale balans)

    - Cashflow - analyse

    - Ratioanalyse


    STUDIEMATERIAAL

    'De jaarrekening doorgelicht', Financiële analyse en interpretatie in de praktijk door Mieke Kimpe, Carine Coppens en Dirk Leysen; Intersentia, 2008


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    14

     lesuren

      15,24

    practicum en oefeningen:

    14

     lesuren

      15,24

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    63.6

     klokuren

      69,24

    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Schriftelijk examen van 2 lesuren.


    tijd voor examinering
    uren
    0.25

    %
     
     00,27

    Tweede examenperiode

    Zie eerste zittijd

     

     

    3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Verzekeringen:zaken en personen/10
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 3JMBN
    Academiejaar: 2009-2010
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 3
    Periode binnen het modeltraject: Module 10
    Aantal studiepunten: 6
    Wegingscoëfficient: 6
    Totaal aantal contacturen: 42
    Totaal studietijd: 156
    Deeltijds programma: deel 1
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Waumans Peter


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    De wet op de landverzekering wordt van naderbij getoetst aan rechtspraak en rechtsleer. Tevens worden 'onbenoemde' verzekeringspolissen onderzocht zoals een "all risks" verzekering.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    • JM105 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
    • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
    • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
    • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
    • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
    • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie- en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
    • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
    • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Onderscheid maken inzake rechtspositie van verzekeringsnemer en verzekeraar met betrekking tot particuliere en bedrijfspolissen.
    • Onderscheid maken tussen personen en zaken verzekering alsmede krediet en rechtsbijstand.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    Kennis bronnenstudie en handelsrecht.


    LEERINHOUDEN

    De wet op de landverzekering

    • werking
    • draagwijdte
    • gevolgen
    • rechtspraak

    STUDIEMATERIAAL
    • Algemene beginselen van het Belgisch verzekeringsrecht, Intersentia, ISBN nummer 90 5095 569 X
    • documentatie via hoorcolleges 
    • Wetgeving terzake

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    21

     lesuren

      50,00

    practicum en oefeningen:

    21

     lesuren

      50,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    0

     klokuren

      00,00

    Verdere toelichting:

    Hoorcolleges en werkcolleges met individuele taken en groepswerk.

    Aanwezigheid is verplicht

    Schriftelijke taak steeds op A4 formaat, getypt, afgeven. Geen elektonische versie toegestaan.


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Mondeling examen:

    één hoofdvraag op 10 punten en twee bijvragen telkens op 5 punten = 20 punten

    10 minuten voorbereiding en 10 minuten bevraging = 20 minuten


    tijd voor examinering
    uren
    0

    %
     
     00,00

    Tweede examenperiode

    zie eerste examenperiode

     

     

    3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Verzekeringen:krediet&rechtsbijstand/10
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 3JMBO
    Academiejaar: 2009-2010
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 3
    Periode binnen het modeltraject: Module 10
    Aantal studiepunten: 6
    Wegingscoëfficient: 6
    Totaal aantal contacturen: 42
    Totaal studietijd: 156
    Deeltijds programma: deel 1
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Waumans Peter


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Welke 'producten' biedt een doorsnee verzekeringsmaatschappij vandaag aan haar klanten. Welke strategie gebruiken deze maatschappijen hiervoor. De controle van de overheid en de consumentenbescherming komen eveneens aan bod.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    • JM105 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
    • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
    • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
    • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
    • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie- en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
    • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
    • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijke karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
    • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het verzekeringsrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak.
    • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het verzekeringsrecht en modelpolissen.
    • Vanuit grondig inzicht in de verzekeringstechnieken gepast advies kunnen geven in deze materie.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    Beschikken over een grondige basiskennis burgerlijk recht: o.a. aansprakelijkheidsrecht, bronnenstudie. Analyse van vonissen en arresten.


    LEERINHOUDEN

     Modelpolissen: BAM, gezin, hospitalisatie, brand, levensverzekering, BA na levering, BA tijdens exploitatie, arbeidsongevallenverz., rechtsbijstand, pensioensparen, kredietverzekering, bedrijfsleidersverzekering,...

    Gereglementeerde verzekeringscontracten


    STUDIEMATERIAAL
    • Handboek bijzonder gereglementeerde verzekeringscontracten, Intersentia ISBN nummer 90 5095 496 0. 
    • K.B. 24 december 1992, gewijzigd bij KB 29 december 1994.
    • Documentatie via hoorcolleges en monitoring.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    21

     lesuren

      11,35

    practicum en oefeningen:

    21

     lesuren

      11,35

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    143

     klokuren

      77,30

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met vraag en leergesprekken: ca 15 uur, de inbreng van de student via discussie is daarbij essentieel.
    • Practica: 27 uur.
    • De student zal een groepswerk maken en tevens individueel kennis, toepassingsvragen en cases oplossen.
    • Enkel schriftelijke taken op A4 formaat is toegelaten; geen elektronische versie.
    • Geen internet bronvermelding
    • Aanwezigheid is verplicht.
    • Werk wordt afgegeven in week 7 op vrijdag om 12.00u STIPT !

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Mondeling examen:

    één hoofdvraag op 10 punten en twee bijvragen telkens op 5 punten = 20 punten

    10 minuten voorbereiding en 10 minuten bevraging = 20 minuten


    tijd voor examinering
    uren
    0

    %
     
     00,00

    Tweede examenperiode

    Zie eerste examenperiode

     

     

    3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Frans
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 00547
    Academiejaar: 2009-2010
    Type: kernondersteunend
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 3
    Periode binnen het modeltraject: Module 9-10
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 24
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 1
    Examencontract: niet mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Frans
    Lector(en): Orgielewski Yvona


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Het gebruik van de Franse taal wordt verder verfijnd en aanpast aan verschillende economische en juridische situaties/doelgroepen.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie- en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep.
    • De student kan volledig zelfstandig een afspraak maken (mondeling met schriftelijke bevestiging) met een Franstalig bedriif en er een bezoek voor zijn/haar groep plannen. (M9)
    • De student kan in een zuiver Franstalige professionele omgeving een zakelijk gesprek voeren en een representatieve gesprekspartner interviewen. Hij/zij kan deze informatie nadien verwerken, samenvatten en, logisch opgebouwd, aan anderen communiceren. (M9)
    • De student kan, in groep, een thema presenteren binnen zijn vakgebied (prioriteiten stellen, werk verdelen).  (M9)
    • De student kan cijfer- en beeldmateriaal analyseren en becommentariëren. (M9)  
    • De student kan deelnemen aan groepsdiscussies over alledaagse of beroepsgerichte onderwerpen, ook onvoorbereid. (M9)
    • Franse schriftelijke handelscorrespondentie verder ontwikkelen. M9: administratieve aanvragen zoals uitstel van een vervaldatum of een kredietaanvraag; M10: schuldbentenis, ingebrekestelling, betwisting.
    • Professionele taalvaardigheid in de interne en externe zakelijke communicatie verdiepen. (M9 en M10)
    • De student kan zelfstandig functioneren in verschillende commerciële situaties (M9 en M10)
    • De student kan complexe beroepsgerichte en algemene informatie begrijpen, samenvatten, verwoorden en vergelijken met andere gelijkaardige informatie. (M10)
    • De student kan algemene en beroepsspecifieke onderwerpen presenteren en daarover debateren en notuleren (eigen mening verdedigen, kritische standpunten innemen). (M10)

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Frans in 1 en 2 RP


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

     geen.


    Andere begincompetenties
    • Software pakketten (Word, Excell, PowerPoint)
    • Vlot en gericht informatie opzoeken op het internet

    LEERINHOUDEN
    •  Uitbreiding van economische en juridische terminologie aan de hand van vakgerichte teksten. (M9 en M10)
    • Samenbrengen van verworven vaardigheden uit vorige modules (1 t/m 8) en deze toetsen en toepassen aan de hand van concrete oefeningen en opdrachten, zowel mondeling als schriftelijk. (M9 en 10): telefonsiche afspraken, zich op een professionele manier voorstellen, vragen stellen (over de andere, over een beroep, de arbeidsmarkt, de evolutie op de markt, ...), zakelijke handelscorrespondentie, één specifiek thema grondig bespreken aan de hand van gekende technieken en verworven terminologie, verwijzen naa een wet, wet uitleggen, een case-study analyseren en uitleggen, zijn mening daarover uiten, anderen overtuigen.

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus Frans: Yvona Orgielewski
    • Grammaire 2000
    • Vertalend woordenboek
    • Media (kranten, radio, tv-programma's, internet)
    • Explio

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    19

     lesuren

      21,21

    practicum en oefeningen:

    2

     lesuren

      02,23

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    65.6

     klokuren

      73,21

    Verdere toelichting:
    • Hoorcollege's  met oefenmomenten, presentaties, rollenspel
    • Mondelinge toelichting bij de cursus en de oefeningen dienen tevens als aanvulling voor de te kennen leerstof
    • Voorbereiding thuis is voor sommige oefeningen/thema's cruciaal en kan beoordeeld worden als permanente evaluatie.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • M9:
      • Portfolio : 15% geschreven dossier over het bezoek aan een Franstalig bedrijf  (fiche met gecontacteerde bedrijven, bevestigingsbrief van het bezoek, vragen en antwoorden over interview, bedankingsbrief). De presentatie wordt geëvalueerd op structuur, taal, vlotheid en gedrag. De mondelinge  toelichting hierover geldt voor 25%  (samen voor 40%).  Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest.  Bij een gewettigde afwezigheid neemt student zo snel mogelijk contact op met de lector om een inhaaldatum af te spreken. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
      • Schriftelijk examen van 2 uur (60%) met betrekking tot de geziene leerstof, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
    • M10:
      • Permanente evaluatie (40%) in de vorm van presentaties over een specifiek thema binnen het vakgebied van de studenten. De presentatie wordt geëvalueerd op structuur, taal, vlotheid en gedrag. Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Bij een gewettigde afwezigheid neemt student contact op me de lector om een inhaaldatum af te spreken. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
      • Schriftelijk examen van 2 uur (60%) met betrekking tot de geziene leerstof, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.

    Zie 3.2. departementale aanvullingen OER bij afwezigheid deelexamen buiten examenreeks


    tijd voor examinering
    uren
    3

    %
     
     03,35

    Tweede examenperiode

    Een schriftelijk examen van 2 uur met betrekking tot de 2 modules samen, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (70%).

    Een mondelinge proef van maximum 10 minuten met een presentantie over een thema binnen het vakgebied van de student. (30% ).

     

     

    3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Engels
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 00548
    Academiejaar: 2009-2010
    Type: kernondersteunend
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 3
    Periode binnen het modeltraject: Module 9-10
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 32
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 1
    Examencontract: niet mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Engels
    Lector(en): Decock Erika


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    We bekwamen ons verder in de Engelse zakelijke communicatie met inbegrip van juridisch Engels.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid verder ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen, juridisch en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep. (M9 en 10)
    • De student begrijpt en assimileert teksten van zakelijke en juridische aard. (M9 en 10)
    • De student begrijpt gesproken (zakelijk) Engels en distilleert de gevraagde informatie. (M9 en 10)
    • De student kan een Engelse tekst en/of een Nederlands of Engels beeldfragment naar het (in)formeel Engels hertalen. (M9 en/of 10)
    • De student beheerst de aangeboden juridische en zakelijke terminologie. (M9 en 10)  
    • De student krijgt meer inzicht in verschillende juridische en zakelijke thema's. (M9 en 10)
    • De student kan een degelijke sollicitatiebrief en een CV schrijven. (M9)
    • De student kan onvoorbereid zijn/haar mening over een eerder controversiële stelling mondeling in het Engels formuleren. (M9)
    • De student kan een vlotte uiteenzetting geven over een onderwerp binnen zijn/haar studiegebied (zowel mondeling als schriftelijk). (M10)
    • De student kan grafieken en trends beschrijven. (M10)

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Engels uit 1 RP en 2 RP


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    • Legal English: studie van juridische teksten/thema's met gepaste oefeningen (gedeeltelijk afstudeerrichtinggebonden en gedeeltelijk zelfstudie). (M9 en 10)
    • Business English: studie van zakelijke thema's via luister-, lees- en spreekoefeningen. (M9 en 10)
    • Woordenschatuitbreiding op algemeen, zakelijk en juridisch vlak (gedeeltelijk zelfstudie). (M9 en 10)
    • Een Engelse tekst en/of een Nederlands of Engels beeldfragment naar het (in)formeel Engels hertalen. (M9 en/of 10)
    • Sollicitatiebrief en CV. (M9)
    • Het geven van een vlotte uiteenzetting over een onderwerp binnen het studiegebied in kleine groepen. (M10)
    • Grafieken en trends beschrijven. (M10)

     


    STUDIEMATERIAAL
    • Brown and Rice, "Professional English in Use - Law", CUP, Cambridge, 2007. (handboek voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
    • Cotton, Falvey and Kent, "Market  Leader New Edition, Intermediate Business English Course Book", Pearson Education Limited, Harlow, 2005. (handboek voor klassikaal gebruik)
    • Decock, E., " Engels", 2009. (eigen cursus met studiemateriaal voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
    • P-schijf: oplossingen bij zelfstudieteksten / extra materiaal

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    22

     lesuren

      11,94

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    6

     lesuren

      03,26

    studietijd buiten contacturen:

    152.2

     klokuren

      82,63

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met oefensessies en groepswerk (bij het geven van de presentaties).
    • Er wordt tijdens de les bijna constant mondeling feedback gegeven.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • M9:
      • 40 procent permanente evaluatie: sollicitatiebrief en CV (20%; gelet wordt op o.a. inhoud, toon, structuur en taal) en een spontane mondelinge oefening (20 %; gelet wordt op o.a. taal, vlotheid en argumentering ). Aanwezigheid is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur) 
    • M10:
      • 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het geven van een presentatie in kleine groepen over een onderwerp binnen het studiegebied. Een deel van de punten gaat naar de schriftelijke voorbereiding (10%). De mondelinge presentatie (30%) wordt geëvalueerd op structuur, taal, vlotheid en gedrag. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur) 

    Zie 3.2. Departementale aanvullingen OER bij afwezigheid deelexamen buiten examenreeks


    tijd voor examinering
    uren
    4

    %
     
     02,17

    Tweede examenperiode
    • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts- , toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
    • 30 procent mondeling examen: presentatie van een onderwerp binnen het studiegebied (20 procent) en een korte onvoorbereide reactie op een stelling of een nieuwsitem (10 procent) (duurtijd: 10 minuten)
    • De leerstof van beide modules dient gekend te zijn.

     

     

    3 Bedrijfsmanagement - 3RPBI - Onderdelen - Stage en bedrijfsproject/11 & 12
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 3JMBP
    Academiejaar: 2009-2010
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 3
    Periode binnen het modeltraject: Module 11-12
    Aantal studiepunten: 30
    Wegingscoëfficient: 30
    Totaal aantal contacturen: 556
    Totaal studietijd: 780
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: niet mogelijk
    Deliberatie: niet mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Bogman Dominique
    De Vroey Sophie


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    De eerste fase van het stagegebeuren betreft de zoektocht naar een stageplaats. De tweede fase betreft het lopen van een stage binnen een vastgestelde periode van 16 weken om de verworven kennis en vaardigheden te toetsen aan de praktijk, evenals het maken en presenteren van een bedrijfsproject. Er wordt hiervoor specifiek verwezen naar de algemene richtlijnen stages en bedrijfsproject.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
    • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
    • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
    • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijke karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Kennis maken met een terrein van het juridisch werkveld.
    • Een beeld vormen van het beroepsleven.
    • De opgedane kennis omzetten en aanvullen in de praktijk.
    • Succesvol solliciteren.
    • De attitudes conform het opleidingsprofiel verwerven.
    • De beroepsspecifieke vaardigheden conform het opleidingsprofiel verwerven.
    • Een bedrijfsproject uitwerken in de juridische sfeer.
    • De uitgevoerde taken verwoorden in een portfolio.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    De volgtijdelijkheid voor dit opleidingsonderdeel bepaalt dat de student geslaagd moet zijn voor het 1ste en 2de jaar en module 9 en 10 binnen het gekozen leertraject moet gevolgd hebben


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    Alle opleidingsonderdelen van mod. 9 en 10.
    Andere begincompetenties

    Een doorgedreven kennis van het recht gerelateerd aan de sector van tewerkstelling.

    Het vermogen van communiceren.

    Het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken.


    LEERINHOUDEN

    Kennis van het recht en ICT-gebruik.


    STUDIEMATERIAAL
    • Bundel "Richtlijnen stages en bedrijfsproject"
    • Bundel "Aanvullende richtlijnen bij de keuze en de vastlegging van een stageplaats"
    • Bundel "Aanvullende richtlijnen mbt de portfolio"
    • Lijst met mogelijke stageplaatsen

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    10

     lesuren

      01,28

    practicum en oefeningen:

    540

     lesuren

      69,23

    vormen van groepsleren:

    6

     lesuren

      00,77

    studietijd buiten contacturen:

    224

     klokuren

      28,72

    Verdere toelichting:
    • Voorbereiding en informatieverstrekking via stagelessen.
    • Studenten solliciteren zelf naar een stageplaats die aansluit bij hun leertraject. Indien de student er niet in slaagt om binnen de vooropgestelde termijn zelfstandig een stageplaats te vinden, wordt de procedure "niet vinden van een stageplaats" opgestart.
    • De volledige duur van de stage (16 weken) gaat door op dezelfde stageplaats.
    • Begeleiding van de school via een vaste stagebegeleider.
    • E-moderating en permanenties op school.
    • Op de stageplaats heeft de student een vaste stagementor.
    • De student werkt onder begeleiding van de stagementor een eindproject uit.
    • Samenstelling van een portfolio en verslaggeving.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Zie bundels Richtlijnen.
    • Studenten moeten via sollicitatie zelf tijdig een stageplaats vinden en administratief afwikkelen met goedkeuring van het stageteam.
    • Het assessment gebeurt door de stagementor en de stagebegeleider in samenspraak op basis van het "evaluatieformulier stage en bedrijfsproject".
    • Op school worden voorafgaandelijke, tussentijdse en finale intervisies -verplicht bij te wonen door de student- gehouden.
    • Individuele bespreking en feed-back bij niet-slagen.
    • Tijdens het bezoek van de stagebegeleider op de stageplaats geeft de student een presentatie van zijn bedrijfsproject.
    • Evaluatiecriteria worden gehanteerd overeenkomstig de evaluatieformulieren.
    • Voor de puntenverdeling: zie algemene richtlijnen stages-en bedrijfsproject.

    tijd voor examinering
    uren
    0

    %
     
     00,00

    Tweede examenperiode
    De stage en het bedrijfsproject kunnen niet worden overgedaan in de tweede zittijd.