ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/7
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 2JM28
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 7
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Smet Wouter


 

KORTE OMSCHRIJVING
In de eerste plaats bouwen we verder op de talenkennis en vaardigheden die je in de vorige modules Bedrijfscommunicatie verworven hebt. In module 7 staan gesprekstechnieken centraal. Je leert hoe je slecht nieuws best kunt vertellen, welke technieken men gebruikt tijdens een acquisitiegesprek en welke vaardigheden men moet hebben om een functioneringsgesprek te kunnen voeren. Daarnaast leer je een doelgerichte slechtnieuwsbrief en excuusbrief schrijven. Ten slotte maken we enkele woordenschat- en stijloefeningen op juridisch jargon.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
Beroepsspecifieke competenties
  • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
  • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
  • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
  • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student brengt de aangeleerde technieken om slecht nieuws te verwoorden in de praktijk als hij slechtnieuwsbrieven schrijft.
  • De student kan de gepaste toon en stijl hanteren om een slechtnieuwsgesprek te voeren.
  • De student hanteert in zijn gesproken en geschreven communicatie steeds gepast en correct Nederlands.
  • De student kan tijdens een acquisitiegesprek signalen van de klant aanvoelen en er adequaat op inspelen.
  • De student kan op een heldere manier informatie met anderen uitwisselen.
  • De student is in staat om tijdens een functioneringsgesprek aandachtig te luisteren naar de gesprekspartner.
  • De student is in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie steeds gericht op een constructieve gesprekssfeer.
  • De student is in staat zijn communicatiestijl aan te passen aan die van zijn gesprekspartner.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
Bedrijfscommunicatie eerste jaar met succes doorlopen (mod. 3 & 4).
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
geen
LEERINHOUDEN
  • Slecht nieuws: de slechtnieuwsbrief en het slechtnieuwsgesprek.
  • Omgaan met klachten: excuusbrief
  • Het acquisitiegesprek.
  • Het functioneringsgesprek.
  • Correct taalgebruik: praktische oefeningen.
  • Woordenschat en stijloefeningen: rechtstaal.

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus Bedrijfscommunicatie module 7 (theorie, oefeningen, opdrachten,...)
  • Schrijfwijzer Compact, Renkema J., Sdu Uitgevers, Den Haag, 2005 (nieuwe spelling). 
  • TFC TrainingsMedia (z.j.). Medewerker & functioneringsgesprek … hoe krijg je het 'voor elkaar'?. Velp: TFC (video).

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

15

 lesuren

  16,13

practicum en oefeningen:

8

 lesuren

  08,60

vormen van groepsleren:

5

 lesuren

  05,38

studietijd buiten contacturen:

63

 klokuren

  67,74

Verdere toelichting:
  • Van de studenten wordt een actieve deelname aan de lessen verwacht.
  • Tijdens de groepsopdrachten en oefeningensessies worden de studenten gecoacht.
  • Er is persoonlijke feedback op spreek- en schrijfoefeningen.
  • Studenten met taalproblemen worden aangemoedigd de taalcoachingssessies te volgen.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Slechtnieuwsgesprek (4 ptn. - tijdens de les)
    Criteria:
    1. inhoud en structuur
    2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
    3. toon en stijl
  • Acquisitiegesprek (4 ptn. - tijdens de les)
    Criteria:
    1. effectiviteit en aanpak
    2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
    3. overtuigingskracht
  • Schriftelijk examen (12 ptn. - tijdens examenweek)
    Inzichts- en toepassingsvragen                                                                                              Criteria:
    1. (geïntegreerde) kennis
    2. efficiënt en correct taalgebruik
    3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,15

Tweede examenperiode

Schriftelijk examen: zelfde inhoud en criteria als eerste zittijd (op 16/20).

De behaalde punten van permanente evaluatie van eerste zittijd worden overgedragen naar tweede zittijd (herleid tot 4/20).