ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bedrijfseconomie/1
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 1RT01
Academiejaar: 2009-2010
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Module 1
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 51
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Stroobandt Patrick


 

KORTE OMSCHRIJVING
Dit opleidingsonderdeel geeft de student een boeiend inzicht in de werking en samenhang van economische grootheden (op micro- en macroniveau). De student leert informatie te interpreteren, verwerken en begrijpen door de koppeling van theorie aan de actualiteit.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
  • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Vraag en aanbod kunnen afleiden in een markt van volkomen concurrentie en monopolie.
  • Kennnis en inzicht hebben in een aantal macro-economische variabelen (inflatie,werkloosheid,conjunctuur, budgettaire en monetaire politiek...).
  • Actualiteit kunnen vertalen naar de behandelde leerstof.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

geen


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
 
  • basiskennis rekenen (getallen, basis algebra, eerstegraadsvergelijkingen)

  • LEERINHOUDEN
    • consumentengedrag
    • productengedrag
    • prijsvorming
    • marktimperfecties en de rol van de overheid
    • macro-economisch evenwicht
    • aggregatieve vraag
    • budgettaire en monetaire politiek
    • werkloosheid en inflatie

    STUDIEMATERIAAL

    Handboek 'Economie in rechte lijn'; Bruno De Borger en Andre Van Poeck mmv C. Leemans en E. Van d'Helsen, uitgeverij De Boeck, 2009


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    15

     lesuren

      11,54

    practicum en oefeningen:

    20

     lesuren

      15,38

    vormen van groepsleren:

    14

     lesuren

      10,77

    studietijd buiten contacturen:

    79

     klokuren

      60,77

    Verdere toelichting:

    Werkvormen : Hoorcolleges en oefeningen

    Leerbegeleiding : Er wordt een oefentest gegeven gedurende de module die door de lector verbeterd en besproken wordt.

    Er is steeds mogelijkheid om een monitoraat te organiseren voor de studenten die hun leerstof reeds doorgenomen hebben.

    Verschillende leercompetenties worden gehanteerd (analyseren, structureren, concretiseren,...)


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
      • Schriftelijk examen (15/20 punten) waarbij zowel theorie als oefeningen aanbod komen. 

      • Paper en participatie tijdens de lessen (5/20 punten). De beoordeling gebeurt hier op verschillende elementen (ten laatste afgeven op 26 oktober 2009):

        • Vorm en inhoud (inhoudstafel, voorwoord, probleemstelling, structuur, besluit, bibliografie, spelling, woordgebruik, presentatie).

     

     


    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     01,54

    Tweede examenperiode

    Tweede examenperiode:

    Schriftelijk examen (20/20 punten).

     

     

    1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bronnenstudie/1
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 10174
    Academiejaar: 2009-2010
    Type: kern
    Niveau: inleidend
    Programmajaar: 1
    Periode binnen het modeltraject: Module 1
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 1
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Lecoutre Rudi


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Definitie van recht. Recht t.o.v. de historische, filosofische en sociologische achtergrond. De diverse kenbronnen van recht. Kennismaking met de bibliotheken en de daarin aanwezige databanken. Inleiding tot de heuristiek. Toelichting bij de praktische opdracht, zijnde de ontleding van een cassatiearrest.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    Algemene beroepsgerichte competenties
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      Bronnen van het recht kennen en basisvaardigheden heuristiek verwerven.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties

      LEERINHOUDEN
      1. WETGEVING
      1.1   Algemeeen
      1.2   De kenbronnen van het wettenrecht
      1.2.1.Officiële kenbronnen
      1.2.2.Niet officiële kenbronnen
      1.3.Opzoekingsmethode
      1.3.1.Juiste datum is gekend
      1.3.2.Juiste datum is niet gekend
      1.3.2.1.Maar jaar wel
      1.3.2.2.maar jaar wel ongeveer
      1.3.2.3.helemaal niets gekend
      1.4.De voorbereidende werken
      1.5.Verwijzingen
      1.5.1.Afkortingen
      1.5.2.Citeerwijzen
      2.RECHTSPRAAK
      2.1.Rechtelijke organisatie
      2.1.1.Algemene bepalingen
      2.1.2.Het Vredegerecht
      2.1.3.De Politierechtbank
      2.1.4.De Rechtbank van Eerste Aanleg
      2.1.5.De Rechtbank van Koophandel
      2.1.6.De Arbeidsrechtbank
      2.1.7.De Arrondissementsrechtbank
      2.1.8.Het Hof van Beroep
      2.1.9.Het Arbeidshof
      2.1.10.Het Hof van Assisen
      2.1.11.Het Hof van Cassatie
      2.2.Verwijzingswerken
      2.3.Vindplaatsen
      2.4.Verwijzingen
      3.RECHTSLEER
      3.1.Algemeen
      3.2.Verwijzingswerken
      3.3.Vindplaatsen
      3.3.1.Encyclopedieën
      3.3.2.Handboeken
      3.3.3.Monografieën
      3.3.4.Bijdragen in tijdschriften
      3.4.Verwijzingen
      4.DE OVERIGE RECHTSBRONNEN
      5.ONTLEDING VAN RECHTSPRAAK: CASSATIEARRESTEN
      4.1.Schema4.2.Bespreking van een arrest

      STUDIEMATERIAAL
      • BOUCKAERT, B. en DE MOOR, B., Handleiding juridisch schrijven, 2000, Antwerpen, Maklu, 133 p.
      • DIRIX, E., TILLEMAN, B., VAN ORSHOVEN, P. (eds.), Juridsch verklarend woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2001, 400 p.
      • INTERUNIVERSITAIRE COMMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen - 4de uitgave, 2008.
      • VRG-codex 2008-2009, Larcier.

      Aanbevolen studiemateriaal (zonder koopverplichting):

      Martyn, G. en Devloo, R., Een kennismaking met recht en rechtspraktijk, Die Keure,2008.


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      20

       lesuren

        18,52

      practicum en oefeningen:

      8

       lesuren

        07,41

      vormen van groepsleren:

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      78

       klokuren

        72,22

      Verdere toelichting:
      • De studenten krijgen (opgenomen in de cursus) een opgave waarbij zij aan de hand van een  opgegeven trefwoord een cassatiearrest dienen op te zoeken, te bespreken en te plaatsen in zijn context met verwerking van de rechtspraak en de rechtsleer desbetreffend.
      • De paper dient ingeleverd te worden ten laatste tijdens de laatste lesweek van de module bij aanvang van de cursus aan de lector. Laattijdig ingediende opgaven krijgen een nul als beoordeling.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      Enerzijds worden de studenten beoordeeld op basis van de opgave die zij dienen te maken. De opgave staat op tien punten. De opgaven worden verdeeld aan de hand van het nummer van de student op de klaslijst zoals die in de eerste les bekend wordt gemaakt en zal steeds via blackboard ter inzage zijn. Anderzijds is er een examen over twee uur betreffende het theoretisch gedeelte. Dit onderdeel staat op tien punten. Op het examen mag gebruik gemaakt worden van het wetboek, het Verklarend Juridisch Woordenboek en het grijze boekje aangaande de verwijzingen en de afkortingen.
      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       01,85

      Tweede examenperiode
      Voor tweede zittijd dienen de studenten een opgave te maken overeenkomstig de opgave in eerste zittijd. De opgaven worden via blackboard bekendgemaakt onmiddellijk na de proclamatie en kunnen tevens afgehaald worden op het studentensecretariaat. Tevens is er een examen over twee uur betreffende het theoretisch gedeelte. Dit onderdeel staat op 10 punten. Op het examen mag gebruik gemaakt worden van het wetboek, het Verklarend Juridisch Woordenboek en het grijze boekje aangaande de verwijzingen en afkortingen.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/1
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT03
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: uitdiepend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 1
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 153
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 1
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Gerené Kiki
      Mostien Cliff


       

      KORTE OMSCHRIJVING

      De module Toepassingen ICT1 is gericht op het aanleren van een aantal ICT-basisvaardigheden die je onder de knie moet hebben wil je communicatief en organisatorisch sterk staan. Je krijgt noodzakelijke begrippen mee, je leert op een efficiënte manier informatie te verwerken en op te zoeken op het Internet. Multimedia en Compatibiliteit bieden toepassingen waarmee je gegevens kunt uitwisselen en je ontdekt hoe je met Windows, Outlook en Mindmapping je werk kunt organiseren.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
      • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student wendt de recentste administratieve softwarepakketten die courant gebruikt worden in de praktijk aan.
      • De student hanteert elektronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in de dagdagelijkse beroepspraktijk.
      • De student wendt basisbegrippen en -vaardigheden aan om een computer in een Windowsomgeving efficiënt te beheren.
      • De student zoekt, verwerkt en wisselt gegevens uit door gebruik te maken van hard- en software.
      • De student maakt en beheert verzorgde correspondentie volgens de geldende BIN-normen.
      • De student plant en beheert afspraken, vergaderingen en taken zowel voor zichzelf als voor anderen.
      • De student past aangeleerde technieken toe in oefeningen die hij zelfstandig oplost.
      • De student bekijkt de eigen oplossingen met de nodige kritische zin, vergelijkt op juistheid met de aangereikte oplossing en brengt daar waar nodig verbeteringen aan.
      • De student kan dermate vlot werken met de aangeleerde toepassingssoftware dat opdrachten binnen een beperkt tijdsbestek tot een goed einde gebracht kunnen worden.
      • De student zoekt op een efficiënte manier informatie op het Internet, bekijkt de gevonden gegevens kritisch en kan data op een efficiënte manier uitwisselen tussen andere softwarepakketten.

       


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      geen

       


      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties
      • Het ABC van de computer moet gekend zijn: werken met muis en toetsenbord, bestanden aanmaken, bewaren en openen.

      LEERINHOUDEN
      • Werken met Blackboard (in zelfstudie), op de E-campus en de ISI-omgeving en het Intranet.
      • Basiscomponenten van een computersysteem kennen.
      • Werken in een MS Windowsomgeving (Mijn Documenten, bureaublad, vensters, pictogrammen, menu's, pakketten en verschillende bestandstypes).
      • Via Windows Verkenner elementaire taken uitvoeren (kopiëren, verplaatsen, wissen, herbenoemen van bestanden en mappen).
      • Gegevens, objecten en figuren van het Internet of een ander medium optimaal uitwisselen tussen verschillende pakketten binnen een Windowsomgeving en in een Officetoepassing integreren.
      • Bestanden en mappen comprimeren en deze uitwisselen tussen verschillende computers via gecomprimeerde mappen.
      • Basisprincipes van datacommunicatie, lokale en wereldwijde netwerken.
      • Gericht opzoeken van informatie op het Internet met de browser Internet Explorer.
      • Het opstellen van correspondentie en e-mail volgens de BIN-normen.
      • Mindmaps aanmaken en bewerken met het pakket Mindmanager en uitwisselen tussen andere Officetoepassingen.
      • Werken met e-mails en contactpersonen, afspraken maken, taken en agenda beheren, vergaderingen beleggen, bestanden uitwisselen en adressen bijhouden via MS Outlook.
      • Zie de studiewijzer (SW) voor aanvullende informatie over dit opleidingsonderdeel.

      STUDIEMATERIAAL
      • Syllabus ICT, Basisvaardigheden (Module 1) - C91311104 - Universitas
      • BIN-normen (efficiënte communicatie) - VVLSP - Uitgeverij: LICAP

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      18

       lesuren

        19,51

      practicum en oefeningen:

      10

       lesuren

        10,84

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      63

       klokuren

        68,29

      Verdere toelichting:
      • Hoor- en werkcolleges met uiteenzettingen en uitgewerkte voorbeelden, gevolgd door practicum en oefeningen.
      • Zelfstandig verwerken van oefeningen.
      • Zelfevaluatie van opgeloste oefeningen aan de hand van computergestuurde testen.
      • De student krijgt van de lector een studiewijzer (SW) ter berschikking als steun in ht leerproces, met aanvullende informatie over het opleidingsonderdeel zoals de werkvormen, de opdrachten, de leerinhouden en de evaluatie.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      • Multiple Choice examentest: 3 punten.
      • Taak: 5 punten.
      • Digitaal en/of schriftelijk examen van 75 minuten op 12 punten.
      • Inhaalmogelijkheid voor deelexamen buiten de examenreeks: zie 3.2. dep. aanv. OER. De inhaalmogelijkheid wordt voorzien na de laatste ICT-examensessie tijdens de 8ste moduleweek.
      • Om technische redenen is het niet toegestaan na het officiële aanvangsuur aan het examen deel te nemen. Studenten dienen een kwartier voor de start van de examensessie aanwezig te zijn aan het juiste lokaal. Wie te laat komt, kan dus niet meer deelnemen. De aanvangstijd zoals meegedeeld op het examenrooster zal strikt gehanteerd worden. De studenten dienen zich te houden aan de timing en de afspraken die gelden voor de examengroep (sessie én lokaal) waarin ze ingedeeld zijn. Het is bijgevolg niet toegestaan te wisselen van examengroep. De toezichthoudende lectoren zullen deze afspraken stipt opvolgen. Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats. Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd. De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen meegedeeld. Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd. Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard. De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt meegedeeld bij de aanvang van het examen en op de examenkopij.
      • Zie SW voor aanvullende informatie over dit opleidingsonderdeel.

      tijd voor examinering
      uren
      1.25

      %
       
       01,36

      Tweede examenperiode
      • Multiple Choice examentest van 15 minuten op 4 punten.
      • Digitaal en/of schriftelijk examen van 85 minuten op 16 punten.
      • Zie SW voor aanvullende informatie over dit opleidingsonderdeel.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Boekhouden & handelsdocumenten (deel1)/2
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 00064
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kernondersteunend
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 2
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 32
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 1
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Moerenhout Leen


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      De cursus beoogt een brede basiskennis boekhouden bij te brengen. Daarbij zijn vooral inzicht en redeneervermogen belangrijk.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM105 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
      • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
      • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
      • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Het boekhoudsysteem begrijpen.
      • Kunnen werken met een rekeningstelsel en grondig de handelsdocumenten begrijpen die bedrijven en financiële instellingen gebruiken.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
      geen
      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties
      geen
      LEERINHOUDEN
      • deel 1: het systeem van het dubbel boekhouden
      • deel 2: aan- en verkoopscyclus met uitgaven en inkomstenstroom
      • deel 3: de personeelskosten en hun uitgavenstroom
      • deel 4: enkele analytische ratio's kunnen berekenen en interpreteren

      STUDIEMATERIAAL
      een handboek: Boekhouden voor het beleid, Christine van Liedekerke, Guy Walraevens, Els Koolen en Luk van Haute. Uitgeverij: De Boek, jaar 2007
      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      14

       lesuren

        14,43

      practicum en oefeningen:

      14

       lesuren

        14,43

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      65

       klokuren

        67,01

      Verdere toelichting:
      Naast de hoorcolleges is er practicum met individuele feedback van de lector.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.


      tijd voor examinering
      uren
      4

      %
       
       04,12

      Tweede examenperiode

      Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/2
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT05
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: uitdiepend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 2
      Aantal studiepunten: 6
      Wegingscoëfficient: 6
      Totaal aantal contacturen: 181
      Totaal studietijd: 156
      Deeltijds programma: deel 1
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Mostien Cliff
      Soudyn Mireille


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      Tijdens module 2 leer je op een professionele manier teksten verwerken. Er wordt zorgvuldig aandacht besteed aan technieken die in het bedrijfsleven een must zijn om efficiënt te werken. De theorie wordt door middel van praktijkgerichte toepassingen ingeoefend. Studenten die niet over de elementaire basiskennis van Word beschikken kunnen deze bijwerken in zelfstudie. Indien je nog niet tienvinger en blind kan typen, dien je dit in te studeren aan de hand van een computergestuurd zelfstudiepakket (Typ Top Vandaag).

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM104 Creativiteit
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
      • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Op zelfstandige wijze met Word 2007 kunnen werken.
      • Er wordt van de studenten verwacht dat zij een volledige klavierbeheersing hebben.
      • Inzicht hebben in de werkwijze van de aangeleerde Wordonderdelen.
      • Vanuit een grondig inzicht de verschillende handelingen in Word integreren in nieuwe situaties.
      • Zelfstandig de opgelegde taak aan de hand van de verworven kennis maken.
      • Kunnen aangeven welke de meest efficiënte manier is om een probleem binnen Word op te lossen.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
      geen
      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties
      • Het klavier met tien vingers kunnen bedienen.
      • De basis van Word beheersen en indien nodig ze in zelfstudie aanleren.
      • Oefeningen en/of problemen moeten de studenten efficiënt kunnen oplossen binnen een beperkt tijdsbestek

      LEERINHOUDEN
      • BIN-normen
      • Stijlen
      • Thema's
      • Paginaopmaak
      • Kop- en voetteksten
      • Voet- en eindnoten
      • Secties
      • Tabellen en kolommen
      • Sjablonen
      • Bouwstenen 
      • Overzichtsweergave
      • Multimedia-elementen
      • Tekstvakken en WordArt
      • SmartArt
      • Bijschriften
      • Grafieken
      • Velden
      • Inhoudsopgave, lijsten, index en bronvermelding
      • Formulieren
      • Praktijkgerichte teksten en oefeningen

      STUDIEMATERIAAL
      • USB Memory stick
      • Cursus Word 2007: C. Mostien 
      • Ms Word 2007: E. Van den Broeck en E. Cuypers uitgeverij De Boeck nv
      • BIN-normen: efficiënte communicatie: uitgeverij Licap
      • Voor de studenten zonder klavierkennis: Typ-top plus vandaag: G. Bonte, D. Vandeputte, K.Six uitgeverij De Boeck nv
      • Cavia is een pakket voor zelfstudie. Plantijn Hogeschool verwacht dat voor eindwerken, project, stagewerken en taken de APA-normen worden gerespecteerd. Deze verplichte literatuur is bereikbaar via de E-campus op het intranet/EMI/Snelgids info zoeken en verwerken/Cavia, mijn startpunt voor een zelfstudie 'informatievaardigheden'.
      • Info over zakelijke briefschikking op:
        http://www.kuleuven.be/personeel/opleidingen/_data/Syllabus_briefschrijven_200512.pdf

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      28

       lesuren

        30,35

      practicum en oefeningen:

      28

       lesuren

        30,35

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      35

       klokuren

        37,94

      Verdere toelichting:
      • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken van ongeveer 28 uren.
      • Oefeningensessie: ongeveer 28 uren.
      • Bij het einde van de cursus zijn er begeleidingsmomenten voor individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.
      • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten een taak te maken waarin ze al hun verworven kennis kunnen toepassen.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      • Evaluatietaak wordt gequoteerd op 4 punten.
      • Typ-top proef wordt gequoteerd op 3 punten.
      • Inhaalmogelijkheid voor deelexamen buiten de examenreeks: zie 3.2. dep.aanv. OER. De inhaalmogelijkheid wordt voorzien tijdens de 8ste moduleweek.
      • Examen wordt gequoteerd op 13 punten en duurt 75 minuten.
      • Examen wordt afgelegd met gesloten boek.
      • Om technische redenen is het niet toegestaan na het officiële aanvangsuur aan het examen deel te nemen. De aanvangstijd zoals meegedeeld op het rooster zal strikt gehanteerd worden. Studenten dienen een kwartier op voorhand aanwezig te zijn aan het juiste lokaal. Wanneer de deur van het examenlokaal gesloten wordt, betekent dit het begin van de examensessie. Wie te laat komt, kan dus niet meer deelnemen. De studenten dienen zich te houden aan de timing en aan de afspraken die gelden voor de examengroep waarin ze zijn ingedeeld. Het is bijgevolg niet toegestaan te wisselen van examengroep. De toezichthoudende lectoren zullen deze afspraken stipt opvolgen.
        Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats. Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd. De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen meegedeeld. Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd. Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard. De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt meegedeeld bij de aanvang van het examen en op de examenkopij.
      • Zie SW voor aanvullende informatie over dit opleidingsonderdeel.

      tijd voor examinering
      uren
      1.25

      %
       
       01,36

      Tweede examenperiode
      • Schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.
      • De leerstof voor de tweede zittijd is dezelfde als de leerstof voor de eerste zittijd.
      • Er dient geen taak gemaakt, noch typ-top proef gemaakt te worden voor de tweede zittijd.
      • Eventuele behaalde punten van eerste zittijd worden niet mee overgenomen naar tweede zittijd. 

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Gerechtelijk privaatrecht/2
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 00538
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: gespecialiseerd
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 2
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 28
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 1
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Scheers Dirk


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      In het eerste deel van Gerechtelijk Privaatrecht worden de basisbegrippen van het burgerlijk procesrecht behandeld. Daarbij wordt een overzicht gegeven van de rechterlijke organisatie en de organisatie van enkele specifieke juridische beroepen. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de bevoegdheid van de verschillende rechtscolleges.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student heeft inzicht in de basiskenmerken van het burgerlijk procesrecht en de organisatie van een aantal juridische beroepen en ambten. De student kan dit inzicht aantonen door het oplossen van concrete en praktijkgerichte casussen.
      • De student kan aan de hand van een concrete hoofdvordering of tussenvordering de bevoegde rechter bepalen.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
      geen
      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties

      De student wordt verondersteld  inzicht te hebben in de begrippen rechtsleer, rechtspraak en kan juridische bronnen consulteren.


      LEERINHOUDEN

      DEEL I: ALGEMENE BEGINSELEN

      Titel I Wezen en functie van het gerechtelijk recht

      • Hoofdstuk 1: Begripsomschrijving
      • Hoofdstuk 2: Bronnen
      • Hoofdstuk 3: Karaktertrekken
      • Hoofdstuk 4: Basisbeginselen
      • Hoofdstuk 5: Toepassingsgebied

      Titel II Basisbegrippen van het gerechtelijk recht

      • Hoofdstuk 1: De rechtsvordering
      • Hoofdstuk 2: Het geschil
      • Hoofdstuk 3: Het geding
      • Hoofdstuk 4: De rechtsprekende handeling

      Titel III Rechterlijke organisatie

      • Hoofdstuk 1: Staatsmacht
      • Hoofdstuk 2: De Hoge Raad voor de Justitie en de Adviesraad van de Magistratuur
      • Hoofdstuk 3: Leden van de rechterlijke macht
      • Hoofdstuk 4: Medewerkers van het gerecht

      DEEL II DE BEVOEGDHEID

      Titel I Begripsomschrijving

      • Hoofdstuk 1: Rechtsmacht
      • Hoofdstuk 2: Bevoegdheid

      Titel II Rechtskarakter

      • Hoofdstuk 1: Rechtsmacht
      • Hoofdstuk 2: Bevoegdheid

      Titel III Algemene beginselen

      • Hoofdstuk 1: Materiële bevoegdheid
      • Hoofdstuk 2: Territoriale bevoegdheid

      Titel IV Bevoegdheidsregeling

      • Hoofdstuk 1: Materiële bevoegdheid
      • Hoofdstuk 2: Territoriale bevoegdheid
      • Hoofdstuk 3: Bevoegdheidsincidenten

       

       


      STUDIEMATERIAAL
      • Gerechtelijk Wetboek
      • LAENENS, J., BROECKX, K., SCHEERS, D. en THIRIAR P., Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2008. (studenteneditie)
      • Door middel van het handboek kunnen de colleges gevolgd worden en kan de student de leerstof verder uitdiepen.

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      22

       lesuren

        22,92

      practicum en oefeningen:

      2

       lesuren

        02,08

      vormen van groepsleren:

      2

       lesuren

        02,08

      studietijd buiten contacturen:

      68

       klokuren

        70,83

      Verdere toelichting:
      • Hoorcolleges.
      • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, onmiddellijke en mondelinge feedback door docent.
      • Voor de persoonlijke verwerking krijgt de student oefeningen ter beschikking die tijdens het laatste college in groep worden besproken.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Schriftelijk examen over twee uren met tien praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. Elke vraag staat telkens voor twee punten. De antwoorden dienen telkens gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gekwoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.


      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       02,08

      Tweede examenperiode

      Idem eerste periode.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Boekhouden & handelsdocumenten (deel2)/3
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 00072
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kernondersteunend
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 3
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 32
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 2
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Moerenhout Leen


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      De cursus beoogt een brede basiskennis boekhouden bij te brengen. Daarbij zijn inzicht en redeneringsvermogen belangrijk.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM105 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
      • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
      • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
      • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      Vetrouwd zijn met de boekhoudkundige filosofie via boekhoudkundige kenrwoorden zoals schulden, bezittingen, vorderingen, kosten en opbrengsten van een organisatie.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      geen


      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      Boekhouden & handelsdocumenten (deel 1) / 2
      Andere begincompetenties
      geen
      LEERINHOUDEN
      • Deel 4: De uitgebreide studie van de activa
      • Deel 5: De uitgebreide studie van de passiva
      • Deel 6: Boekhoudkundige registratie op het einde van het jaar
      • Deel 7: Beleidsinstrumenten

       


      STUDIEMATERIAAL
      Een handboek: Boekhouden voor het beleid, Christine van Liedekerke, Guy Walraevens Els Koolen en Luk van Haute. Uitgeverij: De Boek, jaar 2007
      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      14

       lesuren

        14,43

      practicum en oefeningen:

      14

       lesuren

        14,43

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      65

       klokuren

        67,01

      Verdere toelichting:
      • Hoorcolleges en werkcolleges
      • Practicum en oefeningen met individuele feedback van de lector.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.


      tijd voor examinering
      uren
      4

      %
       
       04,12

      Tweede examenperiode

      Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Zakenrecht/3
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT08
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 3
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 28
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 2
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Lecoutre Rudi


       

      KORTE OMSCHRIJVING

      In een eerste algemeen deel worden de diverse soorten zaken en goederen omschreven en ingedeeld.

      In een tweede bijzonder deel komen alle zakelijke rechten aan bod en wordt er nagegaan op welke manier eigendom kan worden verkregen en beschermd.

       

       


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het zakenrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak.
      • Als juridisch medewerker van een notariskantoor een juridisch probleem kunnen duiden en een eerste advies formuleren voor dit juridisch probleem, dat wordt voorgelegd door een cliënt, hetzij telefonisch, hetzij aan de balie van het kantoor.
      • Aan de hand van de kennis van het zakenrecht in staat zijn om een oplossing te vinden voor een concreet probleem (bv burengeschil of erfdienstbaarheid) dat aangebracht wordt dmv een casus.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties
      De informatie en leerinhoud goed kunnen ordenen en interpreteren en concreet en probleemoplossend een casus kunnen verwerken.
      LEERINHOUDEN

      1. ALGEMEEN DEEL

      • Indeling van goederen en zaken
      • Soorten roerende en onroerende goederen
      • Zakelijke subrogatie

      2. BIJZONDER DEEL

      • Eigendomsrecht
      • Begrip, beperkingen, grenzen, meervoudige eigendom
      • Zakelijke genotsrechten
      • Vruchtgebruik
      • Recht van gebruik en bewoning
      • Recht van opstal
      • Erfpacht
      • Erfdienstbaarheden
      • Eigendomsverkrijging en eigendomsbescherming

      STUDIEMATERIAAL
      • Syllabus zakenrecht van Walter Nelen.
      • Burgerlijk Wetboek.

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      20

       lesuren

        21,98

      practicum en oefeningen:

      6

       lesuren

        06,59

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      63

       klokuren

        69,23

      Verdere toelichting:
      • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken: ca. 20 uur: de discussie met de studenten wordt nagestreefd.
      • Oefeningen en oplossen van cases: ca. 6 uur
      • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, feedback door lector
      • De studenten krijgen enkele cases via Blackboard om de lesinhoud te verwerken en het examen voor te bereiden.

       


      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Schriftelijk examen van 2 uur (20 punten)

      • Multiple choice vragen: 14 punten
      • Casus (1 of 2) : 6 punten

      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       02,20

      Tweede examenperiode

      Schriftelijk examen van 2 uur (20 punten)

      • Multiple choice vragen: 10 punten
      • Theorievragen en casus: 10 punten

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/3
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT09
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 3
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 30
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 2
      Examencontract: niet mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Verstraeten Bart


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      Je leert in een zakelijke context effectief en efficiënt communiceren. De nadruk ligt op correspondentie.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
      • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
      • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijke karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten.
      • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Ontvanger- en doelgericht communiceren op basisniveau.
      • Mondelinge en schriftelijke teksten van een passende structuur voorzien.
      • Schrijfstijl optimaliseren op woord- en zinsniveau.
      • Gericht zijn op correct taalgebruik en daarvoor zonodig externe hulpbronnen inschakelen.
      • Een kort improviseren betoog houden voor diverse doelgroepen.
      • Informatieve brieven, faxen en e-mails schrijven.
      • Correspondentie vormgeven met de BIN-normen.
      • De werkwoordspelling van het Nederlands beheersen.
      • Algemene woordenschat uitbreiden.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      geen


      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties
      De student(e) beschikt voor Nederlands over het niveau B2-C1 volgens het Europees Referentiekader.
      LEERINHOUDEN
      • Ontvanger- en doelgerichte communicatie
      • Tekstopbouw
      • Schrijfstijl: nauwkeurigheid en bondigheid
      • Correct taalgebruik: verwijs- en signaalwoorden, woordgebruik (vooral gallicismen)
      • Improviseren en overtuigen
      • Brieven, faxen en e-mails: algemeen
      • Vormgeving van correspondentie: BIN-normen
      • Briefsoorten: informatie geven en informatie vragen
      • Werkwoordspelling
      • Algemene woordenschat

      STUDIEMATERIAAL
      • Cursus bedrijfscommunicatie module 3 (theorie mondelinge en schriftelijke communicatie; oefeningen).
      • Knispel, K. (2006). Zakelijke communicatie Schriftelijk. Amsterdam: Pearson Education.
        (handboek met theorie en oefeningen zakelijk schrijven en zakelijke correspondentie) 
      • Internet: spellingoefeningen, correspondentiehulp, taal- en communicatielinks.
      • P-schijf: uitwerkingen van sommige oefeningen en extra materiaal 

       


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      15

       lesuren

        16,13

      practicum en oefeningen:

      8

       lesuren

        08,60

      vormen van groepsleren:

      5

       lesuren

        05,38

      studietijd buiten contacturen:

      63

       klokuren

        67,74

      Verdere toelichting:
      • Hoor- en werkcolleges met leergesprekken
      • Oefeningensessies: individueel en in groep (telkens met coaching)

       


      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Schriftelijke communicatieopdracht in groepsverband via co-assessment
      (4 ptn.)
      Criteria:
      1. inhoud en structuur
      2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
      3. lay-out

      Mondeling betoog en feedback (4 ptn.)
      Criteria:
      1. vlotheid
      2. gepast taalgebruik
      3. overtuigingskracht
      respectievelijk
      1. relevantie
      2. toonzetting
      3. taalgebruik

      Schriftelijk examen (12 ptn.)
      Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
      Criteria:
      1. geïntegreerde kennis
      2. efficiënt en correct taalgebruik
      3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau


      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       02,15

      Tweede examenperiode

      Schriftelijk examen: 16 ptn.
      idem

      Mondeling betoog en feedback (overdracht vanuit eerste examenperiode): 4 ptn.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Verbintenissen/3
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 10173
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: gespecialiseerd
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 3
      Aantal studiepunten: 4
      Wegingscoëfficient: 4
      Totaal aantal contacturen: 74
      Totaal studietijd: 104
      Deeltijds programma: deel 2
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Waumans Peter


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      Verbintenissen zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek wordt behandeld in dit vak.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
      • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
      • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
      • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
      • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie- en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
      • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
      • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      Aan de hand van concrete en actuele voorbeelden de student duidelijk maken welke verbintenistechnische constructie voor de betrokken partij belangrijk is, maar tevens ook de student het inzicht doen verwerven om de juiste juridische oplossing aan te kunnen reiken.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties

      Student dient een analytisch denkvermogen te hebben teneinde de concrete gevalstudies te kunnen oplossen.

      Kennis van bronnenstudie.


      LEERINHOUDEN

      De vermogensrechtelijke verbintenis.

      Verbintenissen uit meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen

         -uit overeenkomst

         -uit eenzijdige rechtshandelingen en natuurlijke verbintenissen

      Verbintenissen uit de wet

         -quasi-contractuele verbintenissen

         -uit aansprakelijkheid, samenloop en coëxistentie

         -uit andermans daad voor zaken en dieren

         -schade en schadeloosstelling

         -aansprakelijkheid van de overheid

      verbintenissen in het algemeen

         -modaliteiten

         -overgang

         -tenietgaan


      STUDIEMATERIAAL

      Werkbundel verbintenissenrecht - uitgave Universitas

      Leidraad hoorcolleges, powerpointpresentatie - uitgave Universitas

      Cursus Verbintenissen - uitgave Universitas

       


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      36

       lesuren

        30,25

      practicum en oefeningen:

      36

       lesuren

        30,25

      vormen van groepsleren:

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      45

       klokuren

        37,82

      Verdere toelichting:

      Verplichte aanwezigheid tijdens de hoorcolleges.

      Elke student bereidt de volgende lesinhoud voor teneinde te participeren in een groepsgesprek.

      Elk verslag wordt steeds schrifelijk op A4 fomaat afgeleverd; geen elektronische versie.

      Opdrachten worden enkel tijdens de hoorcolleges afgegeven aan de studenten door de lector.

      Er wordt NIET gegeten of gedronken tijdens de hoorcolleges.

      Bronvermeldingen vanuit het internet zijn niet toegestaan.

       


      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Mondeling examen

      10 min voorbereiding en 10 min bevraging van één hoofdvraag en 2 bijvragen. Totaal aantal punten is 20 waarvan 10 punten op de hoofdvraag en 5 punten per bijvraag.

       


      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       01,68

      Tweede examenperiode
      Zelfde regeling als in eerste zittijd.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Personen- en familierecht/4
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT11
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 4
      Aantal studiepunten: 5
      Wegingscoëfficient: 5
      Totaal aantal contacturen: 44
      Totaal studietijd: 130
      Deeltijds programma: deel 2
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Lecoutre Rudi


       

      KORTE OMSCHRIJVING

      Studie van het juridisch statuut van de persoon zelf en in zijn relatie tot de familie van bij de geboorte tot het overlijden.

       


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
      • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student heeft inzicht in de basisprincipes van het Personenrecht, het Gezins- en familierecht.
      • De student kan aan de hand van een concrete minicasus de verworven kennis toepassen en een oplossing uitwerken.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      geen


      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties
      De student dient in het wetboek opzoekingen te kunnen verrichten.
      LEERINHOUDEN
      1. Inleiding tot het peronenrecht
      2. Het bestaan van de persoon
      3. De staat van de persoon
      4. De identificatie van de persoon
      5. Registratie en publiciteit
      6. De persoonlijkheidsrechten
      7. De nationaliteit
      8. Dwangopneming van geesteszieken
      9. Inleiding tot de onbekwaamheid
      10. Rechtsonbekwamen
      11. Minderjarigen
      12. Onbekwame en beschermde meerderjarigen
      13. Inleiding tot het gezins- en familierecht
      14. Inleiding tot het verticale gezins- en familierecht
      15. De oorspronkelijke of declaratieve afstamming
      16. De adoptieve of constitutieve afstamming: adoptie
      17. Afgesplitste afstamming
      18. Verwantschap
      19. Aanverwantschap
      20. Onderhoudsrecht
      21. Gezag en contact
      22. Inleiding tot het horizontale familierecht
      23. Huwelijk
      24. Wettelijke samenwoning
      25. Feitelijke samenwoning

      STUDIEMATERIAAL
      • SENAEVE, P.,.Compendium Personen- en Familierecht, 2008.
      • Burgerlijk Wetboek

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      42

       lesuren

        26,92

      practicum en oefeningen:

      0

       lesuren

        00,00

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      112

       klokuren

        71,79

      Verdere toelichting:
      Hoorcolleges, vraag- en leergesprek: de student krijgt de mogelijkheid tot het stellen van individuele vragen; het ontwikkelen van een klassikale discussie wordt gestimuleerd

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      Schriftelijk examen over twee uren met vijf praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. Elke vraag staat telkens voor vier punten. De antwoorden dienen gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gekwoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.
      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       01,28

      Tweede examenperiode
      Schriftelijk examen over twee uren met vijf praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. Elke vraag staat telkens voor vier punten. De antwoorden dienen gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gekwoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bijzondere contracten/4
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT12
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 4
      Aantal studiepunten: 4
      Wegingscoëfficient: 4
      Totaal aantal contacturen: 177
      Totaal studietijd: 104
      Deeltijds programma: deel 2
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Waumans Peter


       

      KORTE OMSCHRIJVING

      Wat zijn benoemde contracten ? Wat zijn onbenoemde contracten ? Belang van dit onderscheid ?

      Welke contracten heeft de wetgever geregeld in het Burgerlijk wetboek ? Van koop tot dading ze worden allemaal behandeld tijdens de hoorcolleges.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
      • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
      • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
      • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Analyseren van verschillende en verscheidene contracttypes.
      • De voornaamste verplichtingen van contracterende partijen en het onderscheid tussen dwingende rechtsregels en aanvullende rechtsregels teneinde regelmatige afwijkingen op standaardregelingen te voorzien. 

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties

      Analytische redeneervermogen, kernachtige verslaggeving


      LEERINHOUDEN

      overeenkomsten inzake overdracht van eigendom, inzake genot van eigendom en dienstenovereenkomsten

      in het bijzonder worden volgende contracten behandeld:

      - koop

      - huur, handelshuur

      - lastgeving

      - aanneming

      - lening

      - dading

      - bewaargeving

      - lijfrente

       

       


      STUDIEMATERIAAL

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      65

       lesuren

        36,72

      practicum en oefeningen:

      110

       lesuren

        62,15

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      0

       klokuren

        00,00

      Verdere toelichting:

      Verplichte aanwezigheid tijdens de hoorcolleges

      Schriftelijke verslaggeving en opdrachten enkel op A4 formaat. Elektronische verslaggeving wordt niet aanvaard.

      Er wordt niet gegeten en/of gedronken tijdens de les.

      Bronvermeldingen vanuit internet is niet toegestaan.


      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Mondeling examen:

      één hoofdvraag op 10 punten en 2 bijvragen telkens op 5 punten = 20 punten

      10 minuten voorbereiding en 10 minuten bevraging

       


      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       01,13

      Tweede examenperiode

      zie eerste examenperiode

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/4
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT13
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kern
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 4
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 30
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 2
      Examencontract: niet mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Verstraeten Bart


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      Je leert in een zakelijke context effectief en efficiënt communiceren. De nadruk ligt op vergaderingen.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
      • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
      • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
      • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Zakelijke teksten treffend mondeling en schriftelijk samenvatten.
      • Schrijfstijl optimaliseren door ambtelijk taalgebruik te vermijden.
      • Gericht zijn op correct taalgebruik en daarvoor zo nodig externe hulpbronnen inschakelen.
      • Luistergedrag optimaliseren en doeltreffend aantekeningen maken.
      • Beknopte vergaderverslagen opstellen.
      • Probleemoplossende vergaderingen houden.
      • Constructief omgaan met conflicten.
      • De basisvaardigheden van het onderhandelen beheersen.
      • De Nederlandse spellingregels toepassen.
      • Algemene woordenschat uitbreiden.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      geen


      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties
      geen
      LEERINHOUDEN
      • Samenvattingen
      • Ambtelijke stijl: omhaal van woorden, passieve zinnen, tang- en naamwoordconstructies
      • Luisteren en aantekeningen maken
      • Soorten vergaderverslagen
      • Vergaderen
      • Conflicthantering & onderhandelen
      • Correcte spelling
      • Algemene woordenschat

      STUDIEMATERIAAL
      • Cursus Bedrijfscommunicatie module 4 (theorie mondelinge en schriftelijke communicatie; oefeningen)
      • Knispel, K. (2006). Zakelijke communicatie Schriftelijk. Amsterdam: Pearson Education.
        (handboek met theorie en oefeningen zakelijk schrijven en zakelijke correspondentie) 
      • Videomateriaal over Vergaderen & Onderhandelen
      • Internet: spellingoefeningen
      • P-schijf: uitwerkingen van sommige oefeningen en extra materiaal

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      15

       lesuren

        16,13

      practicum en oefeningen:

      8

       lesuren

        08,60

      vormen van groepsleren:

      5

       lesuren

        05,38

      studietijd buiten contacturen:

      63

       klokuren

        67,74

      Verdere toelichting:
      • Hoor- en werkcolleges met leergesprekken
      • Oefeningensessies: individueel en in groep (telkens met coaching)

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Schriftelijke communicatieopdracht in groepsverband via co-assessment (4 ptn.)
      Criteria:
      1. inhoud en structuur
      2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
      3. lay-out

      Vergadering/onderhandeling en feedback (4 ptn.)
      Criteria:
      1. effectiviteit
      2. taalgebruik
      3. overtuigingskracht
      respectievelijk
      1. relevantie
      2. toonzetting
      3. taalgebruik

      Schriftelijk examen (12 ptn.)
      Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
      Criteria:
      1. (geïntegreerde) kennis
      2. efficiënt en correct taalgebruik
      3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau


      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       02,15

      Tweede examenperiode

      Schriftelijk examen: 16 ptn.
      idem

      Vergadering/onderhandeling en feedback (overdracht vanuit eerste examenperiode): 4 ptn.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Frans
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT14
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kernondersteunend
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 1-2-3-4
      Aantal studiepunten: 6
      Wegingscoëfficient: 6
      Totaal aantal contacturen: 696
      Totaal studietijd: 156
      Deeltijds programma: deel 1 en 2
      Examencontract: niet mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Frans
      Lector(en): Colson Carine
      Orgielewski Yvona


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      In een maatschappij die haar grenzen steeds meer opentrekt, is tweetaligheid voor studenten en toekomstige werknemers een must. De tweede landstaal is in het bedrijfsleven onontbeerlijk om ruime(re) contacten te leggen met klanten en andere bedrijven. Dit opleidingsonderdeel biedt de basis voor zowel algemene als economisch-juridische communicatievaardigheden.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student verstevigt zijn grammaticale basis alsook zijn algemeen woordenschap en ontwikkelt een vakspecifieke terminologie. Zijn communicatievaardigheden worden verfijnd dankzij spreek-, luister-, schrijft- en leesvaardigheid .
      • De student kan, zowel mondeling als schriftelijk, doelgericht communiceren (algemeen en vakspecifiek). (M1, 2, 3 en 4)
      • De studant kan zijn persoonlijke mening uiten. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan een persoon telefonisch correct te woord staan en de nodige inlichtingen verschaffen (telefoon opnemen, zichzelf voorstellen, doorverwijzen, strategische vragen stellen, informeren, telefoonboodschap opnemen). (M1)
      • De student kan een afspraak maken binnen een professionele context, deze afsrpaak verzetten en annuleren. (M1)
      • De student kan eenvoudige richtlijnen/memo's opstellen (M1)
      • De student kan deelnemen aan korte gesprekken over alledaagse onderwerpen, zijn eigen mening geven, het ergens mee eens of oneens zijn, over zichzelf vertellen.Vragen stellen over de andere. (M1)
      • De student kan, binnen een specifieke context, de betekenis van onbekende woorden afleiden. (M1, 2, 3 en 4)
      • Introductie tot de Franse schriftelijke handelscorrespondentie: inforemeren, een aanvraag doen, een antwoord op een vraag formuleren, een bestelling, een bericht van verzending, een uitnodiging. (M2)
      • De student kan zelfstandig informatie zoeken, interpreteren, selecteren, samenstellen en aan belanghebbenden communiceren. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan een gekend thema zelfstandig besturderen, bespreken en zijn eigen mening daarover geven in duidelijke correcte zinnen. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan onvoorbereid aan een gesprek over bekende en minder bekende onderwerpen deelnemen. (M3)
      • De student kan een tekst logisch opbouwen aan de hande van aangeleerde technieken, met samengestelde zinnen, in verschillende grammaticale tijden en in verschillende genres (ananlyse van een situatie, handelscorrespondentie, marktanalyse. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan de belangrijkste informatie uit een tekst halen en deze weergeven in een schema (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan een schema lezen en bekommentariëren (M3 en 4) 



      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
      geen
      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      geen

       


      Andere begincompetenties
      • Goede grammaticale basiskennis uit de humaniora alsook een algemeen woordenschat die beide beantwoorden aan het niveau B1 van het Europese referentiekader.
      • Kritische kijk op de wereld
      • Software pakketten (Word, Excell, PowerPoint)
      • Vlot en gericht informatie opzoeken op het internet
      • Verworven competenties uit vorige modules (M2, M3, M4)

      LEERINHOUDEN
      • Algemeen woordenschat
      • Economische, politieke en juridische terminologie
      • Grammatica M1: herhaling van l'indicatif présent, l'impératif, les nombres, la question, les prépositions fixes, le passé composé, l'imparfait, le plus-que-parfait, l'adjectif, l'adverbe. (
      • Grammatica M2: le futur simple, le conditionnel présent et passé, le pronom personnel, le pronom relatif
      • Grammatica M3: l'hypothèse Si, le passif, les prépositions, le subjonctif.
      • Grammatica M4: l'expression de la quantité, de l'intensité, du temps, du lieu, but, cause, conséquence.
      • Veschil in taalgebruik bij mondelinge en schirftelijke communicatie (M1)
      • Telefoneren en afspraken maken (M1).
      • Handelscorrepondentie: informatie opvragen en een bestelling plaatsen (M 2)
      • Economische analyse van de Belgische markt (Mod 2)
      • Politieke instellingen van ons land (M 3)
      • Politiek instellingen van Europa (M 3)
      • Justitie en rechtbanken (M4)
      • Presentaties in groep of individueel over vakgerelateerde them'as

      STUDIEMATERIAAL
      • Cursus Frans: Yvona Orgielewski
      • Media (kranten, radio, tv-programma's, internet)
      • Vertalend woordenboek 
      • Explio

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      600

       lesuren

        80,13

      practicum en oefeningen:

      72

       lesuren

        09,62

      vormen van groepsleren:

      12

       lesuren

        01,60

      studietijd buiten contacturen:

      52.8

       klokuren

        07,05

      Verdere toelichting:
      • Hoor- en werkcollege's
      • Practicum en oefeningen
      • Presentaties
      • Mondelinge toelichting bij de cursus en de oefeningen dienen tevens als aanvulling voor de te kennen leerstof
      • Voorbereiding thuis is voor sommige oefeningen/thema's cruciaal en kan beoordeeld worden als permanente evaluatie

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Permanente evaluatie (30%) in de loop van de module en een schriftelijk examen van 2 uur (70%) met betrekking tot de geziene leerstof op het einde van de module, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname aan elk evaluatiemoment is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Bij een gewettigde afwezigheid, neemt student binnen 5 werkdagen contact op met de lector om een inhaaldatum af te spreken. Een ongewettigde afwezig leidt dit tot een nul voor het betrokken onderdeel - zie 3.2. Departementale aanvullingen OER.

      Permanente evaluatie Mod 1 :

      (M)  –   telefoongesprekzichzelf/anderen presenteren (30%)

       

      Permanente evaluatie Mod 2 :

      (S)   –    zakelijke brief: informatie opvragen (15%)

      (M)  –   een ongeziene en een gekend tekst zelf analyseren en becommentariëren

        -        en/of presentatie over één aspect van de Belgische economie (15%)

       

      Permanente evaluatie Mod 3 :

      (M)  –   presentatie over een juridisch/actueel aspect van België (30%)

       

      Permanente evaluatie Mod 4 :

      (M)  –   Rollenspel van een rechtszaak (30%)

       


      tijd voor examinering
      uren
      12

      %
       
       01,60

      Tweede examenperiode

      Een schriftelijk examen van 3 uur met betrekking tot de 4 modules samen, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (70%).

      Een mondelinge proef van maximum 10 tot 15 minuten met een presentantie over één van de hoofdthema's van de vier modules (20% : le contenu d'une lettre - les branches du droit - les acteurs d'un procès d'assises - la Belgique économique - les institutions politiques belges) alsook zijn eigen mening geven over een specifiek thema (10%).

       

       

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Engels
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
      Code: 1RT15
      Academiejaar: 2009-2010
      Type: kernondersteunend
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 1-2-3-4
      Aantal studiepunten: 6
      Wegingscoëfficient: 6
      Totaal aantal contacturen: 92
      Totaal studietijd: 156
      Deeltijds programma: deel 1 en 2
      Examencontract: niet mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Engels
      Lector(en): Decock Erika


       

      KORTE OMSCHRIJVING

      Kennis van de Engelse taal is vandaag de dag onontbeerlijk in onze maatschappij, en zeker in het bedrijfsleven. Engels wordt steeds vaker gebruikt als lingua franca, als gemeenschappelijke taal om met mensen van andere nationaliteit(en) te communiceren. In dit opleidingsonderdeel wordt dan ook een solide basis gelegd om zich vaardig in het Engels uit de slag te trekken.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student verwerft een grondige kennis van de Engelse grammatica en woordenschat met speciale aandacht voor het aanscherpen van de lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid.
         

      Volgende specifieke doelstellingen worden vooropgesteld:

      • De student kan de basisregels van de Engelse grammatica toepassen. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan eenvoudige, grammaticaal correcte zinnen schrijven. (M1)
      • De student kan complexere grammaticaal correcte zinnen schrijven. (M2, 3 en 4)
      • De student kan eenvoudige Nederlandse zinnen vertalen naar het Engels. (M1)
      • De student kan complexere Nederlandse zinnen vertalen naar het Engels. (M2, 3 en 4)
      • De student kan geschreven en gesproken Engels (van (upper)-intermediate tot advanced level; verschillende topics) begrijpen. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan de meest courante woorden foutloos schrijven. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan zijn/haar mening zowel mondeling als schriftelijk in het Engels formuleren. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student beheerst de aangeboden thematische woordenschat van algemene aard. (M1, 2, 3 en 4)
      • De student kan een informatief telefoongesprek voeren. (M2)
      • De student kan mondeling verslag uitbrengen over een nieuwsitem. (M2)
      • De student kan degelijke feedback geven aan medestudenten. (M3 en 4)
      • De student kan een vlotte en duidelijke uiteenzetting geven over een onderwerp naar keuze. (M3)
      • De student kan een vlotte en duidelijke uiteenzetting geven over een vakgerelateerd onderwerp. (M4)
      • De student kan de weg uitleggen in een stad/dorp en in een gebouw. (M4)
      • De student heeft inzicht in de structuur en werking van het Brits Parlement. (M4)

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      geen


      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties
      • De student voldoet aan de eindtermen van de gevolgde studierichting in het SO en heeft een intermediate level (B1 niveau volgens het Europees referentiekader) op gebied van grammaticale kennis en de vier vaardigheden.

       


      LEERINHOUDEN
      • Grammatica: present and past tenses; irregular verbs. (M1)
      • Grammatica: future tenses, conditional clauses, passive voice. (M2)
      • Grammatica: the noun, the genitive, the adjective, verbs often mixed up, linking words, numbers and dates. (M3)
      • Grammatica: the adverb, expressions of quantity, modals, articles and confusing words. (M4)
      • Spelling. (M1 en 2)
      • Woordenschat: een selectie van topics met inbegrip van woordvorming en leerstrategieën, gedeeltelijk klassikaal en gedeeltelijk zelfstudie. (M1, 2)
      • Woordenschat: een selectie van topics (zelfstudie). (M3 en M4)
      • Studie van enkele actuele lees- of luisterteksten of van authentiek beeldmateriaal van intermediate, upper-intermediate of advanced level. (M1, 2, 3 en 4)
      • Telefoneren. (M2)
      • Feedback geven. (M3 en 4)
      • Het geven van een presentatie in kleine groepjes over een onderwerp naar keuze. (M3)
      • Het geven van een presentatie in kleine groepjes over een vakgerelateerd onderwerp. (M4)
      • De weg uitleggen in een stad/dorp en in een gebouw. (M4)
      • De structuur en werking van het Brits Parlement. (M4)

      STUDIEMATERIAAL
      • Decock E. en Hoefnagels H., "English Grammar and Exercises", 2009. (eigen cursus voor gebruik tijdens de les en voor inoefening en studie)
      • eXplio (digitale oefeningen ter ondersteuning)
      • McCarthy en O'Dell, "English Vocabulary in Use (upper-intermediate)", CUP, 2001. (handboek voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie) 
      • Actuele lees- of luisterteksten uit de databank van The Guardian en MacMillan Publishers of van de BBC of andere bronnen.
      • P-schijf: extra materiaal / oplossingen van bepaalde oefeningen

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      72

       lesuren

        09,62

      practicum en oefeningen:

      0

       lesuren

        00,00

      vormen van groepsleren:

      12

       lesuren

        01,60

      studietijd buiten contacturen:

      656.8

       klokuren

        87,71

      Verdere toelichting:
      • Hoorcolleges met oefensessies.
      • De presentaties in modules 3 en 4 vormen het groepsleren.
      • Er wordt tijdens de les bijna constant mondeling feedback gegeven.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      • M1:
        • 20 procent permanente evaluatie in de vorm van een schriftelijke test (irregular verbs en woordenschat) . Aanwezigheid is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Dit geeft recht op een inhaalbeurt tijdens de volgende les. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
        • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
      • M2:
        • 30 procent permanente evaluatie: 20 procent in de vorm van een schriftelijke test (spelling en woordenschat) en 10 procent in de vorm van een mondelinge oefening (verslag uitbrengen over een nieuwsitem). Aanwezigheid is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Dat geeft recht op een inhaalbeurt tijdens de volgende les. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel. 
        • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
      • M3:
        • 30 procent permanente evaluatie in de vorm van een presentatie in kleine groepjes over een onderwerp naar keuze. Bij de evaluatie wordt gelet op aanpak (o.a. verwerken van informatie), structuur, taal, vlotheid en houding. Ook wordt feedback geven aan medestudenten beoordeeld. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Dit geeft recht op een inhaalbeurt tijdens de volgende les. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
        • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
      • M4:
        • 30 procent permanente evaluatie in de vorm van een presentatie in kleine groepjes over een vakgerelateerd onderwerp. Bij de evaluatie wordt gelet op aanpak (o.a.verwerken van informatie, rekening houden met feedback op eerste presentatie), structuur, taal, vlotheid en houding. Ook wordt feedback geven aan medestudenten beoordeeld. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Dit geeft recht op een inhaalbeurt tijdens de volgende les. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
        • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)

      Zie ook 3.2. Departementale aanvullingen OER bij afwezigheid op een deelexamen buiten de examenreeks


      tijd voor examinering
      uren
      8

      %
       
       01,07

      Tweede examenperiode
      • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 3 uur)
      • 20 procent mondeling examen: het geven van een korte presentatie over een vakgerelateerd onderwerp (15 procent) en de weg uitleggen (5 procent) (duurtijd: 10 minuten)
      • De leerstof van de 4 modules dient gekend te zijn.